Kleuter, Lees

Voor mijn lieve vruchtje

‘Voor mijn lieve vruchtje,’ hoor ik achter me.

‘Ja! Schrijf dat maar op de kaart mama!’ zegt Mats nadat hij eerst in zichzelf deze vier woorden uitsprak. Alsof hij piekerde over wat hij op de kaart zou schrijven en toen ineens de passende woorden in zijn bovenpan verschenen. Hij lijkt opgelucht de juiste woorden te hebben gevonden en wil dan ook dat ik ze zo snel als mogelijk op de kaart verzilver, met de door hem gekozen gouden glitterpen.

Trouw volg ik zijn bevel op en schrijf de kaart.

‘Schrijf je zelf je naam er nog even op?’

Ik ben tenslotte niet verantwoordelijk voor deze woorden.

Wat kan de liefde toch eenvoudig zijn, bedenk ik me later die avond onder het genot van een chocoladeletter die ik net zo ver opeet tot hij de voorletter van mijn naam heeft. Gewoon, simpel, ongegeneerd zeggen wat je van die ander vindt. Hoeveel bewondering je voor die ander hebt.

Waarom maken wij volwassenen de liefde niet zo simpel als dat? Waarom begrijpen wij elkaar vaak niet? Door onduidelijk communiceren. Of gebrek aan communiceren. Of teveel communiceren. Waarom zoek ik naar bevestiging in vragen die eigenlijk door gedrag al beantwoord zijn. Waarom twijfel ik als mijn liefde zegt ‘lief’ op mijn ‘Ik mis je’. Waarom hoor liever ‘ik jou ook,’ terwijl ik toch weet dat hij me mist. Of niet. En dat is ook prima. Wetende dat ik de mooiste ben voor hem. Niet mooier dan Doutzen, dat zie ik ook wel, maar voor hem wel de mooiste.

Gewoon een kaartje schrijven met daarop een gedicteerde tekst, recht uit het brein. En heel veel hartjes. En die vervolgens in je dino-onesie op je haaiensloffen naar je liefde te brengen. En dan bedoel ik niet het in de brievenbus duwen van de kaart. Nee, even aanbellen. Zodat je een glimp kunt opvangen van je liefde. En een knuffeltje. En om nog even te vragen welk stuk fruit ze morgen mee naar school neemt. Om dan te zeggen dat jij ook een appel meeneemt.

 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter