Sanne is moeder van Lieve en Pepijn. En ze is er maar druk mee.
Vroeger was mijn lief chef-kok. Ik werkte in de bediening in het restaurant waar hij de scepter, of eerder de pollepel, zwaaide. Dus toen hij voorstelde om met onze grote dochter mee te gaan op groep 8-kamp, wist ik dat de juf daar dolblij mee zou zijn. Hij was er alle dagen, met zijn opgeruimde gemoed en pannen vol bami, spaghetti en stamppot. En ik at thuis diepvriespizza. Drie keer.
Als hij ’s avonds weg is, controleer ik extra alle deuren en sloten
Ik voel me kwetsbaarder in huis zonder hem. Hij is mijn anker. Mijn vuurtoren in de nacht. Het oog van de storm waar ik omheen raas. Als hij ’s avonds weg is, controleer ik extra alle deuren en sloten. En ik probeer zijn stem te horen als ik bedenk hoe ik het morgenochtend aan ga pakken als ik al van huis weg moet, maar de negenjarige nog niet.
‘Hij kan dat best,’ zegt hij dan. ‘Hij is maar een kwartiertje alleen. Zet z’n fiets alvast in de voortuin, zodat hij alleen maar de voordeur achter zich dicht moet trekken.’ Ik denk aan vergeten fietssleutels terwijl hij al buiten staat en dat hij dan niet meer naar binnen kan. Aan ongure types die plotseling om acht uur zullen aanbellen. Aan dat hij zichzelf verliest in een spelletje op z’n telefoon en ik gebeld word door school waar hij blijft. Aan dat ik dit beter had moeten regelen met m’n werk.
Natuurlijk gaat het gewoon prima
Het gaat prima. Natuurlijk gaat het gewoon prima. Al ben ik nog een uur onrustig op mijn werk omdat ik bang ben gebeld te worden dat hij niet op school is aangekomen. Is dit nou dat loslaten waar iedereen het altijd over heeft?
’s Avonds zitten we samen te eten. Pizza op de bank, met een film. ‘Het is goed gegaan vanochtend, hè?’ vraag ik hem. ‘Ja,’ zegt hij en hij kijkt me diep in de ogen aan. ‘Ik kan dat gewoon hoor, mam. Vertrouw me maar.’
Zal ik doen.
Geen reacties