Baby, Lees

Huilend van de glijbaan

Het is maandagmiddag, een van de laatste zomerse dagen van het seizoen. Benja en ik vertoeven al een half uur in een lege speeltuin als we gezelschap krijgen. Een jochie van een jaar of vijf wordt door zijn vader op een fiets richting de grote glijbaan geduwd. Als Benja nieuwsgierig op hen afloopt, houden ze in. De vader tilt het kind van de tweewieler af, zegt ‘hup ga spelen’ en draait zich om. Alsof hij ogen in zijn rug heeft en daarmee al had gezien dat zijn vier vrienden op sportsokken en slippers het grasveld opkomen.

‘Let jij even op hem,’ hoor ik hem tegen een van de zojuist gearriveerde mooiboys zeggen. Zonder op antwoord te wachten vertrekt hij met de rest van het groepje, om na vijf minuten luid pratend en lachend terug te keren. Het jongetje staat nog precies zo naast zijn fiets als hij daar is achtergelaten, zijn knuistjes krampachtig om het stuur geklemd. ‘Kom op, ga eens van de grote glijbaan. Of speel met dat andere kindje,’ hoor ik de tijdelijke oppas met gebeeldhouwde coupe tegen hem zeggen terwijl hij zijn handje loswrikt. De angst in de grote blauwe ogen van het mannetje groeit uit tot paniek, waarna hij hartverscheurend begint te huilen.

‘Stel je niet zo aan en doe gewoon waarvoor we gekomen zijn,’ roept zijn vader hem vanaf de schommel toe. Een van de andere mannen tilt hem op en plant hem op twee meter afstand van mij en Benja neer, bij de kleine glijbaan. Terwijl het jochie me onzeker van onder zijn betraande wimpers aanstaart, kijkt Benja vol ontzag naar deze grote jongen in te korte broek en pyjamashirt. Ik nodig hem enthousiast uit ook te glijden. Hij twijfelt even, maar dan wint de aantrekkingskracht van het speeltoestel het van zijn bangigheid. Nog geen twee tellen later roetsjt hij naar beneden, mijn ‘woow’ vrolijk papegaaiend.

De vijf mannen, die de Nederlandse danser en dance-dance-dance jurylid Timor Steffens waarschijnlijk had omschreven als types met swag, zijn minder tevreden met deze overwinning. ‘Die glijbaan is voor baby’s, kom hier op de wip!’ Met zijn hoofd licht gebogen loopt hij naar het groepje, de strijd tegen zijn tranen wederom verliezend. Huilend klimt hij erop. Terwijl hij hoog de lucht in veert, draait hij zijn hoofd naar Benja en mij. ‘Zie je me?’ vragen zijn prachtige ogen. Ik lach breeduit naar hem en vertel zo hard dat hij het kan horen aan Benja dat het echt heel knap is van die jongen, dat hij al op de wip durft.

Nog geen minuut later zit de jongen weer op zijn fiets. Het speelkwartier heeft lang genoeg geduurd, de vrienden willen naar huis. Als ze weglopen roept Benja ‘doe-doe’, de woorden waarmee hij tegenwoordig vrolijk afscheid neemt van zowel opa en oma als het pluisje dat in de prullenbak belandt. Niemand reageert.

Terwijl Benja onuitputtelijk de kleine glijbaan trotseert, prent ik mezelf in dat ik het vast verkeerd heb gezien.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

1 Reactie

  • Reageer Only4dads 11 september 2018 at 12:52

    Pff, als trotse vader kan ik een verhaal als dit maar moeilijk verwerken. Mooi geschreven, ik voel letterlijk een brok in mijn keel. Helaas is er nog altijd een verschil tussen ‘vader’ zijn en ‘vader zijn’.

    Nu wil ik niet direct reclame maken, maar ik denk dat de vader uit je verhaal erg gebaat is bij mijn blog: http://www.only4dads,nl. Only4dads richt zich op het ondersteunen van vaders bij hun opvoeding.

    Nogmaals, mooi artikel!

  • Laat je reactie achter