Lees, Peuter

Samen spelen

“Jaahaaa, dat ik weet ik al’ reageert Noah als Benja vol trots vertelt dat hij op het potje kan plassen. Wat voor Benja nog elke keer dat het gelukt is voelt als Olympisch goud, is voor zijn vriendje duidelijk een gepasseerd station. ‘Stoppen!’ voegt hij er geïrriteerd aan toe als Benja blijft hangen in zijn euforie over het lozen van afvalstoffen. “Ik ben met deze brandweerauto een brand aan het blussen. Tatuu Tatuu.” 

Een paar uur eerder haalde ik Noah thuis op, zodat de mannen samen konden spelen. Een win-winsituatie, zo leek het. Want als zij elkaar vermaakten, kon ik eindelijk eens rustig op de bank de Happinez Kids lezen. Helaas schuilt in grootse verwachtingen vaak de diepste teleurstelling. 

“Mama, ik wil óók met die brandweerauto,” zegt Benja met tranen in zijn ogen als ik net aan het eerste artikel begin. Ik kijk naar de auto die hij al maanden geen blik waardig heeft gegund en waarvan ik me elke dag voorneem ‘m op te ruimen – meestal nadat ik mijn teen er voor de zoveelste keer aan heb gestoten. “Dat kan niet, daar is Noah nu mee aan het spelen,” reageer ik voorspelbaar. “Maar mama, ik wil dat gewoon. Mamaaaa, ik vind het niet eerlijk. Jij zegt toch altijd samen spelen samen delen?” Gooi ik toch mooi m’n eigen glazen in met m’n verantwoorde opvoeding.

“Weet je wat we doen? We gaan naar buiten,” en ik gooi m’n tijdschrift neer. De afleidingsmanoeuvre werkt, want voor ik het weet hebben ze allebei hun jas en schoenen aan. “Ik draag de bal,” besluit Benja. “Nee, dat wil ik!” reageert Noah. “Gelukkig wonen we in een appartement en moeten we twee trappen af, dus kunnen jullie de bal allebei op één trap dragen,” luidt mijn compromis. Ze stemmen met tegenzin in. 

“Ik ben de keeper,” roept Noah buiten op het grasveld.
“Nee, ik wil de keeper zijn.”
“Dat kan niet. En niet de bal met je handen pakken! Dat mag niet!”
“Ik vind voetbal stom.”
“Dan gaan we maar naar die hut daar. Ga je mee Benja?”
“Nee.”
Benja pakt een stok. Noah pakt er ook een. Ondanks mijn ‘niet met stokken tegen mensen aan’ prikken ze elkaar in hun buik en rug. Het gaat te hard en te ongecontroleerd waardoor de onvermijdelijke tranen binnen no time volgen. 

Een uur later zetten we Noah weer thuis af. Hij is eerder terug dan afgesproken, want nadat ze het zelfs tijdens het kijken van Paw Patrol presteerden om ruzie te maken over wie op welke hoek van de bank mocht zitten, gooide ik de handdoek in de ring. 

Op de terugweg naar huis begint Benja met glimmende oogjes te praten. “Mama, ik vind Noah zoooo lief. Hij is mijn allerbeste vriend.” ’s Avonds appt de vader van Noah. “Noah raakte niet uitgepraat over het spelen bij Benja. Het was het allerleukste wat hij vandaag had gedaan.”

omslag_samenspelen_hr

Samen spelen, wat nou delen

Ken je het boek ‘Samen spelen, wat nou delen’, dat Elsbeth samen met opvoedkundige Eva Bronsveld schreef? Dit boek gaat over vriendschap tussen kinderen, over speelgoed delen en sorry zeggen en over de band tussen broertjes en zusjes. Maar ook over zelfvertrouwen, veerkracht, inlevingsvermogen en zelf leren ruzies oplossen en waarom de standaardzin ‘samen spelen, samen delen’ misschien helemaal niet zo handig en logisch is. Interesse? Kijk hier voor meer informatie. Samen Spelen, wat nou delen kost €20,99 en is online hier te koop.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter