‘Ik heb zó’n zin in schoolreisje, mama! Ik voel het helemaal in mijn buik!’
Quin staat te springen op de bank.
‘Wat voel je dan in je buik?’
‘Ik weet niet.’
Spring, spring, spring.
‘Voel je wat kriebelen? Of fladderen er vlinders rond?’
Quin kijkt me ietwat verward aan. Vlinders, hoor ik hem denken. Die kunnen toch niet in je buik vliegen?!
‘Het lijkt een beetje op buikpijn, maar dat is het niet,’ verwoordt hij ineens heel helder terwijl hij nog steeds op de bank op en neer stuitert.
‘O ja,’ dat gevoel ken ik. ‘Meestal heb ik dat als er iets leuks en spannends tegelijk gebeurt.’
‘Ja, iets leuks en spannends,’ praat hij me na. ‘Wanneer gaan we naar school?’
Ik moet denken aan ons ritueeltje samen. Als Quin en ik naar het dorp verderop moeten en we nemen het binnendoor weggetje, dan trap ik elke keer, op precies dezelfde plek, als we dat ene hoge bruggetje naderen en er zijn geen andere auto’s in de buurt, mijn gaspedaal heel ver in en maken we met de auto een sprongetje door de lucht. ‘Hieuwwwwwww,’ gillen we dan allebei. ‘Ik voel het in mijn piemel!’, roept Quin vervolgens blij. Nooit meer kan ik over dat bruggetje rijden zonder dit ritueel te herhalen. Waarom zou ik het ook laten: Quin wordt er elke keer zo blij van.
En daar, op dat bruggetje, is het voelen in zijn buik begonnen. Wat begon met vage kriebels in zijn onderbuik, onderscheidt hij nu al boze buien, spanning, angst en verdriet. En nu dan ook zenuwachtig zijn.
‘Wat je nu voelt heet zenuwachtig.’
‘O… Ik wil het er nu niet meer over hebben, mama.’
‘Oké, schat. Ik dacht, ik benoem het alleen even.’
‘Ja.’
Op het schoolplein stuiteren zijn vriendjes en klasgenootjes over elkaar heen.
‘Ben jij ook zo zenuwachtig?’ gilt zijn vriendje in zijn oor.
Quin pakt mijn hand en kruipt tegen mij aan. Met de drie grote donkere touringbussen in zicht, lijkt datgene wat nét nog leuk en spannend tegelijk was, nu ineens alleen maar spannend.
‘Nee,’ zegt Quin bozig. ‘Ik vind het spannend!’
Eenmaal zijn plaats in de bus gevonden, náást zijn beste vriend, áán het raam, in de buurt van de juf en zijn moeder pal voor zijn neus op de stoep, ontstaat er weer wat ruimte voor het leuke. Ik zie zijn gezicht ontspannen. Hij steekt zijn duim omhoog. Vol overgave zwaait hij mij uit.
Even, heel even, heeft hij me niet nodig. En vertrouwt hij op zijn buik: dit wordt vast leuk én spannend tegelijk!
1 Reactie
[…] weet ik nog héél goed (ik schreef er zelfs een blog over). Want dáár begon het voelen. En dat is best ingewikkeld voor een mannetje dat veel in zijn […]