Lees

Rekensom

‘Quin, wat is achttien gedeeld door twee?’
Hij kijkt me vragend aan: ‘…’
’Hoeveel kéér twee is 18? ’
’Hoeveel keer twee is 18…. Euhm…’ Een eerste frons verschijnt in zijn voorhoofd, die vol met kleine sproetjes zitten, zie ik nu.
’Ok. Wat is 1 x 9? ’ probeer ik het op een andere manier.
Na lang nadenken, roept hij blij omdat hij nu eens wél het antwoord weet: ’Negen!´
‘Wat is 2 x 9?’
‘Twee keer negen is….. 18!’ Hij gaat ervan rechtop zitten.
‘Dus?’
‘…’
’18 gedeeld door twee is…?´
‘2!’

Ik val nog net niet van mijn stoel, maar voel wel een enorme vuurbal in mijn buik omhoog komen. Ik zet alle zeilen bij om maar niet boos te worden. Ik gedachten tel ik tot tien en ik probeer mijn gezicht in een plooi te houden. Uit ervaring weet ik inmiddels dat dat meestal maar deels lukt.
‘Nee Quin, dat is niet goed.’ Meteen zie ik Quin in elkaar duiken. Zijn schouders omhoog. Tranen in zijn ogen.
Shit.
‘Oh, lieverd, ik weet dat je je best doet,’ zeg ik lief. ‘Wacht, ik schrijf het even op… 18 gedeeld door 2 is…? Puntjepuntje keer 2 is achttien.’
‘Ja…?’
‘Nou?’ Weer voel ik die vuurbal. Ik wend mijn blik af. Naast me voel ik Quin onrustig heen en weer schuiven op zijn stoel.
Ik hoor een heel voorzichtig ‘Negen?’ Ik hoor de twijfel in zijn stem.
Ik draai me om. ‘Heel goed, schat!’ En ik geef hem een dikke knuffel. ‘Snap je wat we aan het doen zijn?’
‘Ja…?’
‘Nog niet helemaal, volgens mij. Kom we doen nog een sommetje.’

Elke ochtend, bij elke som, neem ik me voor geduldig te blijven. Het rustig nog een keer uit te leggen. Het uit te tekenen. Voor te doen. Op te schrijven. Hem het zelf te laten doen. En elke ochtend schiet éérst ik in een kramp, en daarna Quin in een boze bui. En terecht. Er gebeurt op zo’n moment heel veel in dat koppie, en dat heeft maar weinig met rekenen te maken.

Als Quin ’s middag op de trampoline staat te springen, gooi ik de tafel van negen er nog maar eens in.
‘Vijf keer negen is…?’
’45.’
‘Negen keer drie?’
’27.’
‘Achttien gedeeld door negen…?’
‘2!’ roept Quin lachend.
Alwéér ben te verbouwereerd om iets zinnigs te kunnen zeggen. Maar nu van verbazing en trots. Ik lach terug.
‘Ik weet ook niet hoe het kan, mama, maar ineens weet ik alles!’

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter