Lees

Ooit zal ik het je vertellen

Ooit zal ik het je vertellen. Hoe wij daar zaten in een soort verjaardagkringetje. Ik zal je vertellen over het poppenhuis dat achter ons stond. Hoe ik glimlachend dacht aan je zusje en wat een magische aantrekkingskracht dat op haar zou uitoefenen. Hoe zij hier sowieso nieuwsgierig de drempel over zou stappen, en hoe we jou hadden moeten omkopen met tien dagen onbeperkt fortniten. Want je flipte als je moest praten over gevoelens, als je ook maar ergens het idee had dat er iets ‘mis’ was met je. Ook al voelde je je soms anders, het was niet de bedoeling dat we dat benadrukten, de buitenwereld erbij haalden.

Ooit zal ik vertellen hoe vol mijn hoofd zat met gedachtes en vragen, hoe mijn lijf er ongemakkelijk van ging draaien in de trendy kuipstoel. Hoe ik ineens verbaasd opzij keek, naar je vader die je zo treffend typeerde. ‘Hij ziet de top van de berg, is vastbesloten die zo snel mogelijk te bereiken, maar struikelt onderweg over de stenen voor z’n voeten.’ Hoe ik de psychologen hoorde zeggen dat ze zoveel vertrouwen voelden. Hoe je zei dat gevoel belangrijker was dan ons geratel. Hoe trots ik ineens was. Op zijn betrokkenheid. Op mijn weg. Dat mijn lijf stopte met nerveus zijn. Hoe ik zo zeker wist, wij kunnen dit. Jij, je zusje, je vader en ik.

Ooit zal ik je vertellen waarom ik de psychologenpraktijk maanden eerder had benaderd. Hoe machteloos ik me kon voelen. Omdat je als een leeuw streed voor wat je wel (fortniten) en niet (al het andere) wilde. Omdat je emoties in sneltreinvaart voorbij en vaak over me heen raasden. Me zo konden uitputten. Omdat ik niet meer ‘ik geef het op!’ wilde roepen. Niet meer met mijn handen in de lucht ‘doe maar wat jij wil’, wilde mompelen. Niet meer ‘ik kan dit niet meer,’ wilde denken. Niet meer ‘sorry mama’ wilde horen. ‘Sorry. Het spijt me dat ik zo ben.’

Ooit zal ik je vertellen hoe ik schrok van je sombere gedachtes. Hoe bang ze me maakten. Hoeveel pijn het deed als je na al tientallen woede-uitbarstingen ’s avonds in bed huilde omdat je je zo alleen voelde, omdat je klasgenoot je had uitgescholden, omdat je zeker wist dat iedereen je stom vond, omdat je net zo goed dood kon zijn, dat niemand van je hield.

Ooit zal ik je vertellen dat ik dacht dat ik je niet meer kon helpen. Dat iemand die ervoor gestudeerd had dat moest doen.

Ooit zal ik je vertellen hoe ik zelf terugging naar de tijd dat ik tien was. Naar eerdere ruzies waarvoor ik me verschool. In mijn kamer. In mijn fantasiewereld vol hertjes en vlinders, waar geen boosheid was. Waar ik niet bang was.

Ooit zal ik je vertellen dat ze nooit waren weggegaan, de hertjes en vlindertjes. Dat ik er tijdens onze ruzies, tijdens jouw sombere periodes nog steeds heen ging. Weg boos. Weg pijn. Weg somber.

Ooit zal ik je vertellen dat ik de vlinders en hertjes gedag zei. Dat ik besefte, ik ben je moeder en geen meisje van tien. Dat ik zag, dit is wie jij bent. Dit is wie ik ben. En dat is goed.

Ooit zal ik je vertellen dat ik vanaf dat moment bleef staan. Niet meer bang werd. Niet meer opgaf. Dat ik het verschil voelde tussen macht en kracht.

Ik hoef je niet te vertellen wat er daarna gebeurde. Hoeveel je ging zingen. Dansen. Knuffelen. Wat je ’s avonds in bed steeds vaker zei. ‘Mam. Weet je. Ik hou zoveel van jou.’

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

4 Reacties

  • Reageer Kim 22 december 2018 at 15:15

    Wat heb je dat mooi opgeschreven ❤️ Bijzonder hoe kinderen je een spiegel voor kunnen houden he?!

  • Reageer Sascha 23 december 2018 at 08:37

    Deze komt even binnen. Zo herkenbaar met mijn bijzondere zoon. Het verschil tussen macht en kracht. Mooi. Ik houd m mezelf ook even voor.

  • Reageer Bianca 23 december 2018 at 09:21

    Zo ontzettend herkenbaar. Tranen dwarrelen over mn wangen… wat een strijd toch elke dag, al jaren! Zal het ooit stoppen denk ik steeds maar weer! Ik hoop dat ik ooit op hetzelfde keerpunt mag komen, ik spreek het zo vaak met mezelf af, maar het lukt niet…

  • Reageer Anoniem 23 december 2018 at 09:56

    Tranen in mijn ogen… Ik had dit kunnen schrijven.
    Is dat alles dat je bent gaan doen? Hem volledig accepteren voor wie hij is? Natuurlijk, ik herken het. Ik ben mijn zoon ook gaan zien voor de prachtige knul die hij is. Ik blijf ook staan..
    Maar dat wil niet zeggen dat er nooit meer strijd is. Dat de buitenwereld hem opeens wel omarmt..
    Ik ben er, sta naast hem en achter hem, maar de overwinningen zijn klein tegenover de verliezen. En dit is pas het begin van de puberteit..

  • Laat je reactie achter