Lees

Niet op één lijn

‘Mama, dat geeft niets uit, hoor!’ Blij kijkt Zora me aan.
Ik kijk naar de tafel met daarop een grote plas melk. Melk die net nog in een beker zat.
‘Het is “het geeft niets” of “het maakt niet uit” en niet “het geeft niets uit!”’ wil ik roepen, maar ik slik mijn woorden in. Zo is er zo stellig van overtuigd dat wat ze zegt goed is, dat ik het maar even laat.
‘Ruim je het wel zelf even op?’
Ze springt van haar stoel en hobbelt naar de keuken waar ze een stuk keukenpapier pakt.
‘Wie heet jij?’ vraagt ze als we samen de melk hebben opgeruimd.
‘Schatje, het is “hoe heet jij?” of “wie ben jij?”’ leg ik haar uit nadat ik al een aantal keer braaf mijn naam heb gezegd. Het liefst stelt ze haar vragen meerdere keren. Om het in haar hoofd helder te krijgen, vermoed ik.
Ze is even stil en vraagt daarna doodleuk: ‘Ja maar, wie heet jij dan?’
Dit keer roep ik heel hard: sinterklaas! Ik moet er zelf hard om lachen, maar ik geloof dat Zora het minder grappig vindt. Voor haar is het een bloedserieuze vraag, waar ik bloedserieus op moet antwoorden.

Het is wel vaker dat we niet helemaal op één lijn zitten qua communicatie. Dat ze haar knijterrum wil, bijvoorbeeld. En ik echt niet begrijp wat ze bedoelt. En dat ik er dan na een driftaanval van een kwartier achter kom dat ze de kneed-gum bedoelt. Of als ze een briet wil. Ze kan het hard zeggen, zacht zeggen en schreeuwen, maar na weken van doorvragen ben ik er nog steeds niet achter wat ze bedoelt.

Soms vergeet ik dat ze nog maar drie jaar is en dat er zo véél in dat koppie gebeurt dat wat er uitkomt soms weinig meer met logica te maken heeft. Dan hoor ik haar hersens kraken en zie ik bijna de lichtflitsen van de neuronen die nieuwe verbindingen aan het maken zijn. Dan neem ik me voor om weer wat geduldiger te zijn en rustig te wachten tot ze zelf helder heeft wat ze wil. En wat ze bedoelt.

‘Mama, ik heb iets!’ roept ze nu van bovenaan de trap. Dat belooft meestal niet veel goeds. In de meeste gevallen heeft ze dan iets gepakt of gevonden waarvan ze wéét dat ze het eigenlijk niet mag. Ik probeer met haar verwondering mee te gaan en loop enthousiast naar haar toe. *Flits*Flits* Volgens mij zijn er weer een paar verbindingen aangemaakt.  ‘Wat heb je daar voor moois?’ vraag ik terwijl ik mijn eigen onrust probeer weg te drukken. ‘Dit!’ Haar handen én haar haar zitten onder de witte crème. Mijn dure gezichtscrème.
‘Kijk, mam, zeep!’
*Flits* Flits*

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter