Baby, Lees

Kraambezoek

‘Gewoon gaan douchen joh,’ zegt zuster zuster Monique, als ik haar onwennig vraag bij de baby te wachten tot ik klaar ben. ‘Thuis gaat je baby ook huilen als je onder de douche staat of op de wc zit en dan kun je ook niet direct reageren.’ Thuis wacht onze kraamhulp Claire, die met ons lacht en ons geruststelt. Zij laten ons allebei zien dat dingen gewoon gaan zoals ze gaan. Ze brengen ons in die eerste gekke dagen vooral heel veel rust.

Dat hebben we wel nodig, rust. De eerste dagen na de bevalling worden we omringd door mensen die beter weten hoe we met ons kind moeten omgaan dan wijzelf: van de kraamhulp, het consultatiebureau tot aan de verloskundigen met hun anticonceptiepreek en ook de (schoon-)moeders: iedereen weet hoe je een baby vast moet houden, de fles moet geven en moet verschonen. Wij staan erbij en kijken ernaar.

We lijken al snel alles om het bezoek heen te organiseren, in plaats van om de baby. Waar ik de eerste week nog trots mijn kleine Huub als een Simba het liefst aan de hele wereld toon, krijg ik het na twee weken benauwd. Elke dag komen er in twee shifts familie en vrienden. Ik kan niet met hem wandelen, want er is continu bezoek. Ik kan hem niet in bad doen, want dan komen er straks weer mensen. De ene visite is overigens attenter dan de ander. Mensen die zelf onlangs nog een kindje kregen, houden zich strak aan een tijdschema, komen precies op tijd en vertrekken maximaal een uur later. Anderen overvallen ons, door drie kwartier te laat te komen, ineens met meer mensen in de woonkamer te staan of door hun peuterpuber mee te willen nemen.

Als ik mijn stress besluit te delen, begrijp ik dat ik niet de enige ben. ‘Ik verstopte me op zolder om het bezoek te ontlopen,’ appt een vriendin terug. Een ander bekent dat ze haar kersverse baby uit handen van het bezoek trok onder invloed van de hormonen. Als ik mijn hart uitstort komen ook de verhalen van anderen over hun kraamtijd naar boven: honden mee, de familie van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat en kraambezoek dat lekker blijft eten of honderduit over zichzelf praat.

Opeens lijkt het bij ons allemaal best mee te vallen. Ik besef dat ik het zelf ben die al die drukte toestaat. Ik durf grenzen te stellen en organiseer de agenda beter. Na een rustige geen-bezoek-week klaart mijn hoofd gelukkig op en kan de deur voor het bezoek weer op een kier. Fijn, want groot geluk is toch het leukste als je dat met familie en vrienden kan delen.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter