Onze single mom Lisa is moeder van een zoon van 8 en een dochter van 5. Soms komt ze voor situaties te staan die ze misschien wel met een partner had willen delen. Gelukkig deelt ze ze dan met ons 😉
Het heeft toch iets aandoenlijks, zo’n gynaecologie-afdeling. Bolle babybuiken, babybuiken zonder baby, lege potjes die zorgvuldig richting de toiletten worden gedragen, en volle potjes die nog zorgvuldiger terug naar de balie worden gedragen waar ze liefdevol bestickerd worden.
Vrouwen in wijde, luchtige jurken die puffend op een bankje tegen hun partner zeggen dat ze zin hebben in een gebakken ei. Partners die dan een goedkeurend knikje geven, en vervolgens hun ogen af laten dwalen naar de twintig weken-folder die ze stevig vasthouden alsof het een gouden folder is. Maxi-Cosi’s met ingepakte baby’s onder bloemige dekentjes, met op hun hoofdjes wollige mutsjes, en oma’s die daarboven de hele symfonie van Bach zingen. Baby’s die verplaatst worden van de Maxi-Cosi, naar de arm van de verse moeder, naar de arm van de verse oma, naar de schoot van de verse moeder, en weer terug onder het bloemige deken.
Iedereen in deze wachtkamer kijkt trots.
Iedereen in deze wachtkamer kijkt trots. De zwangere vrouwen kijken liefdevol naar de verse baby’s en denken waarschijnlijk aan het moment dat ze er zelf zó bij zullen zitten. De verse moeders kijken trots naar hun geproduceerde kroost. Onder dat bloedhete bloemendekentje. En niet te vergeten de oma’s, waar het woordje trots van hun voorhoofd druipt.
En ik zit daar tussen. Voor een jaarlijkse controle. Ik aanschouw de hele happening in de wachtkamer en ik krijg spontaan weer weeën als ik al die buiken en baby’s zie. Jullie komen er allemaal nog wel achter, zeg ik in gedachten.
Er komt een dag dat die voorbeeldige baby met die soepstengel je auto vol smeert met zonnebrandcrème. Er komt een dag dat die baby onder dat bloemige deken haar eigen haren afknipt, één dag voor de familiefoto’s. Er komt een dag dat die baby, nu nog warm in die buik, je trap verft met tomatenketchup, je vragen gaat stellen over piemels en je ’s nachts komt mededelen dat hij een sok kwijt is. Er komt een dag dat je spontaan rollen behang gaat kopen.
Jullie komen er nog wel achter.
Na deze gedachten verschijnt er ook op mijn gezicht een hoopje trots. Ik heb al deze fases gered.
Ik zucht even diep, want dat doet iedereen in deze wachtkamer. Op deze plek hoef ik mijn buik niet in te houden, en dat is relaxed.
Geen reacties