Lees

Wat is het engste dat jij ooit hebt gedaan?

‘Wat is het engste dat jij ooit hebt gedaan?’

Mijn zevenjarige dochter Nina ligt in bed, voor haar het perfecte moment om haar moeder te interviewen. Elke dag heeft ze een andere hersenkraker voor me: wat vond ik het moeilijkste op school, wie was mijn beste vriendin, wat is mijn leukste herinnering?

‘Ik heb een keer in een heel klein vliegtuigje gevlogen. En gorilla’s ontmoet in het wild. In een jungle gelopen waar spinnen en slangen zaten. In een bootje gevaren over een rivier met nijlpaarden. Die nijlpaarden liepen trouwens ook op de camping.

‘Gingen die ook poepen?’

‘Gelukkig niet! Weet je wat ook eng was? Toen ik ging studeren en op mezelf ging wonen.’

‘Hoe kom je dan aan geld?’

‘Je kan gaan werken.’

‘Ik blijf altijd bij jou.’

‘Ik spreek je nog wel over een paar jaar. Je weet dat ik volgende week een paar dagen weg ben hè. Oma komt en ik heb speelafspraken geregeld en de bso.’

‘Als jij zo lang weg bent denk ik dat je dood bent.’

Ik houd abrupt mijn mond. Hoezeer ik ook weet dat ik haar woorden niet altijd letterlijk moet nemen, dat heftige termen soms uit kindermonden floepen, ik schrik er toch van. Mijn gedachten gaan naar het gesprek dat we die middag voerden, op de fiets van school naar huis. ‘Suze’s moeder heeft zichzelf pijn gedaan en dat niet overleefd,’ herhaalde Nina de woorden van de juf. ‘En als ze verdrietig is, is het fijn als we haar troosten.’ Ik knikte. ‘Begreep je alles wat de juf vertelde?’ Haar blonde staart zwiept in de wind. Ze knikt driftig. ‘Ja hoor. Ik kende die moeder ook. En ik vind het heel zielig. En weet je mama? Het hoesje van mijn rekentablet is roze. Dat vind ik echt jammer.’ Ik glimlachte. Dood en de verkeerde kleur van een rekentablethoesje. Ze hebben in haar wereld ongeveer dezelfde waarde.

Hoe anders is dat voor alle ouders die ik ken. De schok was groot toen we deze zomer hoorden over de vermissing en zelfdoding van een moeder van school. Ik kende haar van gezicht, we regelden met een groepje ouders het afscheid van de juf. Ze maakte een lunch klaar, discussieerde in de appgroep mee over het afscheidscadeau. Niets was er te zien of merken aan haar, ze was een moeder zoals velen. Mijn hart breekt als ik denk aan de wanhoop en duisternis die ze gevoeld moet hebben, aan haar jonge kinderen die nu verder moeten zonder moeder. Dat er zulk leed schuil kan gaan achter mensen zoals jij en ik, dat we vaak zo weinig weten van elkaar. Het doet me pijn.

Terwijl ik in het donker naast mijn dochters bed sta, besef ik dat het antwoord op haar vraag niks te maken heeft met slangen of nijlpaarden. Dat er iets met mij gebeurt, dat er iets met mijn kinderen gebeurt, het is een angst die me af en toe gijzelt. Moeder zijn is het allerengste dat ik ooit heb meegemaakt. Het heeft me ultiem kwetsbaar gemaakt en banger dan ik ooit was. Ik durf om die reden amper nog in een vliegtuig te stappen. Wat ik wel doe, want het is voor hen en mij goed om ook soms zonder elkaar te zijn. ‘Ik ben altijd bij jou,’ fluister ik in haar oor. ‘Ook als we niet samen zijn. Vergeet dat nooit.’ Ze trekt me naar zich toe. ‘Ik hoop dat Suze’s moeder ook altijd bij haar is,’ zegt ze zacht. Ik strijk over haar haar. ‘Dat weet ik wel zeker.’

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter