Ik zit achter mijn laptop te werken als ik een mailtje zie binnenkomen met het onderwerp ‘Oplopende kosten telefoonabonnement.’ De laatste keer dat ik die waarschuwing kreeg, was tijdens onze roadtrip in Amerika waarin ik even niet op de databundel had gelet. Een rekening van zo’n 300 euro kreeg ik toen gepresenteerd voor het plaatsen van een paar instastories op de dag dat we door Disneyland struinden. Een gevalletje oeps. Een nogaldure oeps.
Terwijl ik de mail open gaan de radartjes in mijn hoofd. Heb ik rare dingen gedaan? Ben ik tijdens mijn reis naar San Diego met Keet begin november weer de mist ingegaan? Ik denk aan een ezel en diezelfde steen.
‘Wij willen je graag tegen een onverwacht hoge factuur beschermen,’ staat er in de mail, en: ‘Je betaalt voor je abonnement maandelijks € 10,00, maar de kosten voor je verbruik zijn deze maand opgelopen tot € 80,00 buiten je bundel.’ Er valt een kwartje. Het is niet mijn abonnement, maar dat van Keet.
We gaven Keet haar eerste smartphone in 2014, toen ze bijna tien was. Dat was voor die tijd vroeg, de gemiddelde leeftijd voor de eerste mobiele telefoon was toen ruim elf. Aangezien Keet op die leeftijd al van hot naar her fietste om goede skatespots te zoeken in de stad en ze –toen nog onder de hoede van oudere vrienden- al door het land treinde met datzelfde doel, was die telefoon voor ons een no-brainer. We maakten haar zielsgelukkig met een oude iPhone van Henno en zochten er een nieuw telefoonabonnement bij, Sim Only. Het werd een abonnement zonder databundel. Het ging om haar bereikbaarheid, ze hoeft nog niet overal zomaar online te kunnen.
Tijden veranderen. In november zag ik in het nieuws dat jongeren die nu 17 en 18 zijn, hun eerste mobiele telefoon op een gemiddelde leeftijd van 13 kregen. Keets leeftijdgenoten (de huidige dertienjarigen) waren gemiddeld 11,7 toen ze hun eerste mobieltje kregen en ergens anders lees ik dat nu al 72% van de tienjarigen er een heeft.
Zo’n 2,5 jaar ging Keet door het leven mét smartphone, zonder databundel. Wat grotendeels prima ging, omdat in de meeste skateparken, op school en in de trein wifi is. En we haar op de meeste plekken zowel telefonisch als via Whatsapp konden bereiken. Maar kleine meisje worden groter, krijgen meer wensen en andere gewoontes. En zo prijkte er al een tijdje op haar verlanglijstje een databundel. Wat dan weer behoorlijk leeftijdconform is, lees ik in de Monitor Jeugd en Media 2017 van Kennisnet. Daarin staat dat de meeste kinderen in de basisschoolleeftijd (10 t/m 12 jaar) afhankelijk van wifi zijn voor hun internettoegang en dat 62% van de 13- t/m 15-jarigen toegang heeft tot mobiel internet via 3G of 4G.
Dus kreeg Keet op haar dertiende verjaardag een databundel cadeau. We kozen ervoor haar abonnement aan te vullen met 1 GB aan data. Daarmee kan zij onderweg communiceren met vrienden en met ons en kan ze haar insta stories en snapchat bijhouden als ze een nieuwe trick landt. Het leek ons gelijk een mooie manier om haar te leren omgaan met data. We drukten haar op het hart dat ze er bewust mee om moest gaan. Dat ze geen onbeperkte data had. Dat filmpjes kijken op 4G duur is.
Ik staar nog even naar het mailtje. Tachtig f*cking euro’s. In twee weken heeft ze haar eerste databundel erdoor gejast en toen tikte het nog even lekker door. Goed, laten we dit dan ook maar een oeps-moment noemen. Een dure. Onderdeel van het leerproces. Ik gok dat ze per ongeluk toch filmpjes heeft zitten kijken zonder wifi. Dat haar puberbrein nog niet helemaal geregistreerd heeft wat wij haar op het hart hadden gedrukt. Vanavond maar eens een goed gesprek met haar hebben. En daarna met blote billen naar bed 😉
Super interessant trouwens, die Monitor Jeugd en Media 2017 . Als je meer wilt weten over wat jeugd doet met digitale media, hoe ze deze inzetten voor school en in hun vrije tijden, hoe digitaal vaardig ze zichzelf inschatten en hoe digitaal vaardig ze in werkelijkheid zijn is het zeker interessant om een sin te kijken.
Geen reacties