Lees

Imagoschade


Natanja
 is moeder van een dochter (10 jaar) en een zoon (7 jaar).
Ze is een aanpakker. Regelt dingen graag zelf. Maar is dat nu wel haalbaar?

‘…Je vindt dat je alles zelf kunt oplossen. ….Je wil voorkomen dat je imagoschade oploopt als je aangeeft dat je hulp kunt gebruiken.’ Ik hang boven mijn studieboek en lees over het ego ‘De Zelfstandige’. IJverig zet ik een uitroepteken bij mijn aantekeningen. Deze herken ik. En hoe. 

De Zelfstandige is my middle name, vooral in deze tijden. Kijk mij alles eens goed opvangen. Klagend, dat wel, ik ben ook niet van steen, maar ik ben er wél heilig van overtuigd dat als iedereen in Nederland een pandemie aankan, dat ook voor mij geldt. Al voelt het wel wat veel. De werkweek combineren met homeschooling. In de avonduren en in het weekend aan de studie. Op zaterdag bestellingen ophalen bij de bouwmarkt, om daarna al zolderbalken schilderend me te bedenken wanneer ik de rest zal kitten, voorstrijken, latexen, aflakken. Tussendoor de taken verdelend met mijn man, die als ‘long-covid-patiënt’ probeert te werken, te herstellen, de kinderen te begeleiden, en dat afwisselt met intense bezoekjes aan de fysiotherapeut, psycholoog, diëtist en cardioloog. 

Het ging een paar weken goed. Maar mijn zelfstandigheid begint scheurtjes te vertonen. Het is teveel: de kist met verfspullen, de zoektocht naar mijn favoriete trui in de boodschappenkratten, omdat we geen energie of tijd hebben om kledingkasten in elkaar te zetten. Mijn studievoortgang, want het gaat me niet snel genoeg. Snotterend vertel ik een vriendin dat ik het allemaal best lastig vind. 

‘We moeten hulp vragen’

Tijdens een wandeling bespreken mijn man en ik de situatie. Ik kijk opzij. Hij wordt met de dag bleker. ‘We moeten hulp vragen,’ zeg ik. ‘Ik geloof dat we het niet allemaal alleen moeten doen.’ Ik denk aan mijn studieboek. ‘Deze manier van denken kan je blokkeren,’ stond erin. De tranen komen. Ik kom er niet onderuit – ik moet toegeven dat het gewoonweg niet lukt. De Zelfstandige moet de aftocht blazen. 

We maken een plannetje. We hebben hulp nodig bij de verbouwing en het opvangen van de kinderen – vooral omwille van de mentale staat van mijn man. En wat dat doet met mijn mentale staat. We vragen om ons heen wie kan helpen, met de kinderen en met het huis. Die hulp vinden we, binnen de lockdown-restricties. 

De lonten zijn minder kort

Een week later moet ik toegeven, het was een goede keuze. Het rotgevoel blijft: ik voel me bezwaard en gefrustreerd dat ik het allemaal niet zelf kan. Maar ik voel ook: dit creëert lucht. De lonten zijn minder kort, er is meer energie. Het is af en toe stil in huis, en dat bevordert het herstel van mijn man. Mijn schoonouders komen helpen met klussen – ik hoef het niet allemaal meer zelf te doen. Ik eindig de dag niet meer in tranen en durf bijna te geloven dat er inderdaad licht is aan het einde van de tunnel, zoals Hugo de Jonge ons belooft.

Dan is het vrijdag. De keukentafel ligt bezaaid met boeken. Ik bestudeer andere ego’s; De Adviseur, De Trotse, mijn kinderen doen hun schoolwerk.
‘Ik snáp dit niet, het lukt me nooit!’ schalt er opeens door de kamer. Woest schuift mijn zoon zijn computer aan de kant. Hij loopt stampvoetend weg. 

Ik loop naar hem toe. ‘Joh,’ zeg ik, terwijl ik hem voorzichtig terugduw richting schoolwerk.  ‘Als iets niet lukt kun je toch om hulp vragen? Dat brengt je altijd verder.’

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter