Lees

Gewoon donderdag

Donderdagochtend. Haastig stap ik mijn bed uit en baan me een weg naar de badkamer. Ik hijs me in mijn werkproof outfit, wat elke werkdag een trui en jeans is. Ik zie ook geen reden om me vandaag feestelijk aan te kleden, aangezien het gewoon donderdag is.

Vergezeld door een bak koffie stap ik de auto in en verplaats me richting werk.

Aan het einde van mijn werkdag wordt de sfeer wat haastiger. Collega’s dragen hun shift sneller dan normaal over, printen nog vlug wat uit, vouwen de printjes op en vertrekken vroeger dan anders huiswaarts. Ik heb tijd genoeg en blijf zelfs nog iets langer hangen. ‘Hoef jij niet naar huis?’ wordt mij gevraagd. Ik kijk mijn collega’s vragend aan en zeg dat ik geen haast heb. ‘Pakjesavond?’ zegt er één. ‘Oh. Ja.’ Zeg ik haperend.

Fuck ja. Pakjesavond. Vandaag. Dáárom is iedereen ineens zo gedreven. Terwijl een van mijn collega’s probeert te rijmen op ‘sokken’ zeg ik dat de kindjes die avond niet bij mij zullen zijn. Niemand gaat er op in, en dat is prima. Het antwoord alleen was voor mij al confronterend genoeg.

Rustig rij ik naar huis. Ik heb nog steeds geen haast, maar mijn medeverkeersdeelnemers denken daar anders over. Eenmaal thuis is het leeg en stil. Ik heb nog niet eens bedacht wat ik ga eten, en waar negentig procent van Nederland nu waarschijnlijk slavinken op de gourmetplaat omkeert, fiets ik naar de supermarkt.

Oké. Dit is wel heel wanhopig, denk ik als ik mijn spullen op de band bij de kassa bekijk. Een pizza vier kazen, een fles merlot, een kersenflap en een pakje sigaretten. Het zou zó in een film kunnen. De regen die uit de lucht valt als ik terug naar m’n stille stulpje fiets, maakt de filmscène nog beter. ‘Gewoon niet aan denken’ verplicht ik mezelf terwijl ik de pizza in de oven schuif. Het is gewoon donderdag.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter