Ze hebben genoeg kleren, ze hoeven echt niet iets anders aan met de kerst. Lieve kan het rokje van vorig jaar nog aan en Pepijn ligt toch de rest van de avond op bed. Het is echt niet nodig om nog nieuwe kleren voor ze te gaan kopen.
Ik zei het weken lang tegen mezelf en ik was het gaan geloven. Tot gisteren. Toen drong zich toch ineens heel sterk het beeld aan me op van mijn meisje met glitters in haar haar en mijn jongetje met zo’n schattig spencertje.
Nu sta ik niet bekend om mijn bescheidenheid en ik ben ook niet van half werk. Dus voor ik het goed en wel door had, was ik zeven winkels, vijf tassen en drie kerstoutfits verder. Wij vieren ook derde kerstdag, dus die derde outfit vond ik volledig gerechtvaardigd. Mijn credo draaide 180 graden van ‘ze kunnen ook best gewone kleren aan’ naar ‘ze kunnen ook op gewone dagen kerstkleren aan’.
Als ik ’s avonds alle kleren uitgebreid heb laten zien aan mijn lief, die zijn uiterste best doet om voor ieder shirtje, overhemdje en glitterspeldje evenveel enthousiasme te laten blijken, ben ik toch blij dat ik het gedaan heb. Ik heb geen wereldbedragen uitgegeven en Pepijns kleren waren toch eigenlijk alweer iets te klein geworden. Bovendien vind ik het leuk om foto’s te maken met de hele familie en in mijn eigen fotoalbum van vroeger zag ik er ook altijd prachtig uit met Kerst. Als je met Kerst al niet op je feestelijkst eruit kunt zien, wanneer dan wel?
“Wat doe jij eigenlijk aan?” vraagt mijn lief als hij opstaat.
“Mijn zwarte jurkje, denk ik.”
“Hetzelfde als vorig jaar?”
“Ja. Wat dacht jij dan? Dat ik voor die paar dagen nieuwe kleren ging kopen?”
Ik lach en vouw de kleren op. Ik doe wel wat extra glitters in mijn haar.
Geen reacties