Ik weet niet hoe ik mijn schooltijd overleefd zou hebben zonder vrienden.
Vrienden die mij zonder woorden begrepen. Die mijn gekke gewoonte om paperclipjes op kleur te sorteren accepteerden. Die mijn onhebbelijkheid dat ik altijd als eerste iets uit de verkleedkist wilde pakken voor lief namen. Vrienden die me als geen ander kenden en die precies wisten wat ik nodig had. Een arm om me heen of een goed gesprek als ik er doorheen zat omdat mijn eerste grote liefde het met mij en mijn beste vriendin uitmaakte terwijl we aan het spelen waren op het klimrek. Als ik Quin nu met zijn vriendjes zie, gun ik hem die waardevolle vriendschappen ook.
Quin heeft best een boel vriendjes. En twee heel goede.
Laatst ging Quin met zijn vriend en volleybalmaatje naar een volleybaltoernooi. Waar een heleboel andere mensen zouden komen. En als het zo druk is, vindt Quin dat soms overweldigend. En dat wéét dat vriendje. ‘En als je het dan een beetje te druk vindt, dan weet ik wel een plekje waar het rustig is. Dan breng ik je daar wel naartoe, oké, Quin?’ Mijn hart smolt. Want soms maak ik me best zorgen of Quin het wel redt in het ingewikkelde sociale verkeer tussen vriendjes, andere kinderen en klasgenootjes.
Zijn andere, iets jongere vriendje kwam na school enthousiast op Quin afgerend omdat hij graag met hem wilde spelen. Maar Quin had een drukke dag gehad, met een drukke juf en hij wilde al die drukte even vergeten. En dan kijkt hij het liefst naar graafmachines. Alleen. ‘Maar ik kan toch met je mee naar de graafmachines?’ ‘Dan houd ik gewoon mijn mond…’ Zijn pogingen om toenadering tot Quin te zoeken haalden niets uit. Quin was onvermurwbaar: ‘Ik ben gewoon liever even alleen.’ Wat ik heel knap van hem vond, maar ik voelde ook de teleurstelling van zijn vriendje. Ik zag ‘m in elkaar krimpen, hij wilde niet verdrietig zijn, maar was het toch. En terecht.
De volgende dag kwam datzelfde vriendje met een ietwat vragende blik bij ons aan de deur om te vragen of Quin nu wél wilde komen spelen. Hij had duidelijk alle moed bij elkaar geraapt.
Vriendschap gaat over het accepteren van elkaars makken, maar soms ook over je eigen behoeftes parkeren en er voor elkaar zijn. Maar ik denk niet dat Quin dat nu al beseft. Maar hij komt er wel. Daar heb ik alle vertrouwen in.
Gelukkig springt Quin enthousiast op van de bank. ‘Tuurlijk wil ik met je spelen! Mag jij zeggen wat we gaan doen!’
Geen reacties