“Mam, moet jij vanavond toevallig nog naar Nieuwegein?” fluister ik in mijn telefoon omdat Benja net zijn ogen dicht heeft gedaan. “Waarom?” vraagt ze zonder mijn vraag te beantwoorden. “Omdat Benja ziek is geworden en hij alleen stil is als ik hem heen en weer wieg op m’n arm. Toen ik net bijna in m’n broek plaste en het me niet lukte om hem tegelijkertijd te knuffelen, mijn knoop los te maken én op de wc te gaan zitten, heb ik hem toch maar even neergelegd. Vervolgens kon de hele straat meegenieten van het feit dat mijn blaas vol zat.” Ik hoor ver weg een “Ik kom er nu aan” en voordat ik kan antwoorden dat ze niet speciaal hiervoor hoeft te komen, hoor ik de ingesprektoon in mijn oor. Een paar minuten later staat ze voor de deur.
Ze zeggen altijd dat je in moeder-in-noodsituaties 112 moet bellen. Bij mij staat 0900-opa-en-oma voorgeprogrammeerd. Of het nou gaat om een ziek kind (net op het moment dat Joost een weekje op vakantie is), oppasstress, vlekkenadvies, slaaptekort of geduldverlies, ze lossen elk probleem schijnbaar moeiteloos op. Ik vergeet nooit dat ik in de kraamweek na een nacht doorhalen dacht dat ik volledig van het padje af was toen ik om 05.00 uur ’s ochtends mijn schoonmoeder in de huiskamer hoorde praten. Bleek dat Joost haar wakker had gebeld omdat hij niet meer wist wat te doen om Benja stil te krijgen. Zijn moeder lukte het wel. Toen wij allebei om half 8 wakker schrokken zat ze met een slapende Benja in haar armen in de kou op de bank ‘omdat het zo fijn was als wij ook even wat uurtjes konden pakken’.
Toch is het niet alleen maar halleluja sinds mijn (schoon)ouders opa en oma zijn geworden. Dat als ik samen met Benja binnenkom hij standaard eerst vol enthousiasme wordt begroet en geknuffeld voordat ik een vluchtige kus krijg, is best lastig voor deze (schoon)dochter die meer van aandacht houdt dan ze eigenlijk wil toegeven. Wanneer ik na een oppasdag hoor ‘dat hij een likje mango-ijs opheeft en het héérlijk vond’ moet ik heel hard op m’n tong bijten. Opmerkingen als ‘Kom maar bij opa want van mij hoef je nog niet naar bed’ terwijl Benja niets anders doet dan in zijn ogen wrijven laat ik met moeite het ene oor in en het andere uitgaan. En als op de momenten dat ik een verhaal vertel wel wordt geluisterd, maar opa en oma tegelijkertijd met een schuin oog precies in de gaten houden wat die kleine wildebras in de box uitspookt, voel ik aan alles dat ik door mijn eigen zoon van de eerste plek ben verstoten.
Een oud Afrikaans gezegde luidt: It takes a village to raise a child. Ik denk dat we daarvan moeten maken: It takes a grandfather and grandmother to raise a child. Want lieve opa’s en oma’s, wat zouden onze kinderen zonder al jullie geduld, liefde, knuffels, eigenwijsheid, aandacht, tijd, zorg en grapjes moeten. En wij als ouders? Wij zijn jullie eeuwig dankbaar voor alles wat jullie doen. Of nou ja, voor bijna alles.
Geen reacties