“Maammaaa! Ik wil NU sap!!”
“Neee! Niet die! Die!”
“Eten! Drinken!”
“Kom hier!”
Als je hem niet beter zou kennen, dan zou je soms denken dat mijn oudste zoon (drie-en-een-half-jaar) de hoogste rang in dienst heeft. Een commandant is er niks bij. Kort en bondig opdrachten geven kan hij als de beste.
“Het is een ondernemend ventje, hè?,” zei een mevrouw van het consultatiebureau ruim een half jaar geleden tegen mij. Mads had een hele tijd best wat driftbuien die niet makkelijk te doorbreken waren. Het enige wat een doorbraak veroorzaakte, was een pittige clash waarbij ik mega boos werd of hij volledig overstuur raakte. Dat wilde ik natuurlijk niet, omdat het voor mijn gevoel niet de meest verantwoorde oplossing was. Dus liet ik iemand meekijken die meer verstand had van peuterpedagogiek.
“Duidelijke grenzen en standvastigheid is nodig. Met daarbij een stuk empathisch vermogen. Want zijn gevoeligheid kan ook best omslaan naar iets als een driftbui omdat hij nog geen woorden kan geven aan zijn gevoel,” vertelde de mevrouw mij. Op zich best logisch. Het jochie (toen net drie) is dan wel slim, maar hij is ook nog maar klein. Misschien beschouwde ik hem net iets te vaak als de grote broer die weet dat hij op zijn beurt moet wachten. Of die wel snapt dat zijn kleine broertje meer aandacht krijgt als hij ziek is. Iets waar ik soms te veel vanuit ben gegaan en voelt als schuurpapier over mijn moederhart.
Het is in ieder geval een wilskrachtig ding, onze Mads. Ondernemend, sociaal, gevoelig, temperamentvol en slim in combinatie met veel fantasie en energie. Never a dull moment, zal ik maar zeggen. In combinatie met mijn eigen karakter, dat er ongeveer net zo uitziet, is een botsing niet altijd te voorkomen. Mads en ik kunnen elkaar heerlijk in de weg zitten.
Gelukkig waren duidelijk zijn, de dag goed doornemen, voorbereiden op een activiteit en regelmatig iets samen doen al dingen die ik deed. De meest waardevolle tip die ik kreeg was hem een eigen plekje geven waar hij kon uitrazen. Goddank zijn de driftbuien sindsdien echt een stuk minder geworden. De gang is nog steeds de plek waar hij naartoe mag als het misgaat. Hij is er nu aan gewend en komt sneller tot rust. En hij bedenkt zich twee keer als ik zeg dat hij naar de gang kan ‘als hij zo doorgaat’.
Zijn wilskrachtige karakter blijft. En dat van mij ook. Frontale bots-momenten zijn niet uitgesloten. Het is nog vaak een zoektocht naar de juiste benadering, maar ik geloof dat we het kunnen.
Misschien is het tijd dat we eens een plek gaan zoeken waar ík kan uitrazen.
[Fotocredits: www.justjet.nl]
Geen reacties