Cezanne is moeder van een 13- en een 16-jarige en neemt voor de Club de afdeling pubers voor haar rekening. Pubers die kampen met rondvliegende hormonen… of is ze het vooral zelf die daar last van heeft?
Een moeder met overgangsklachten plus twee pubers bij wie de hormonen door het lijf gieren plus de spanningen van een verhuizing in hartje zomer? Dat heeft alles in zich voor een ongekende hormonale clash tussen puberhormonen op links en opvliegers op rechts. Met man en hond er vertwijfeld tussenin.
Mijn moeder kwam in de overgang vlak na mijn geboorte. Ze was toen 39 jaar. Ik herinner me haar gevecht met opvliegers, nachtelijk zweten en slapeloosheid. “Die rótmuggen, die rótvliegen, die rótwijn,” riep ze vertwijfeld een keer tijdens een warme Franse zomervakantie. Toen was vast nog niet bekend dat alcohol – ook al is het maar één wijntje – een trigger is voor een opvlieger.
Ik herinner me ook mijn eigen ongemak bij haar verhalen en uitbarstingen. Want ik wist niet wat het precies was, maar het begon na mij, dus ik voelde me schuldig.
Toen zich bij mij begin veertig de eerste tekenen aandienden, wist ik wat me te doen stond. Kennis is macht, bij mij althans. Ik bestelde kordaat een handboek. Googelde. Haalde supplementen in huis, een spijkermat, een yogamat, een meditatie-app. En ik ging naar een kordate en kundige overgangsconsulente.
“Gezond eten. Weinig alcohol. Veel bewegen. Als dat niet genoeg is, naar de huisarts en vragen om hormoontherapie. Desnoods met het vuistje op tafel.”
Ik slikte een tijdje hormonen (hrt heet dat, hormone replacement therapy) en het was goed dat ze me waarschuwde, want het vuistje was nodig. Ik liep blijkbaar op de troepen vooruit, want het wordt volgens mij steeds normaler. Door de hormoon gerelateerde kanker bij mijn beide zussen, stopte ik ermee. Het voelde té dubbel om ermee door te gaan.
Dat ging een tijdje goed, tot de spanningen rondom de verhuizing toenamen en we in een soort eeuwigdurende hittegolf terecht kwamen. Ik vond mezelf in dezelfde situatie als mijn moeder destijds, zij het niet jammerend in een caravan maar in een huis met 73 onuitgepakte dozen en zonder wijn.
Het is geen feest. En met twee jongenspubers is het soms een groot hormonaal misverstand in huis. Mijn lontje is korter dan kort. En zij hebben geen boodschap aan mijn ongemak en willen best wat doen in huis maar liever niet en zeker niet zonder discussies en onderhandelingen over wiens beurt het is om de hond even uit te laten. “Ja maar ik was gisteren al aan de beurt. En dinsdag. En zondag heb ik nog een boodschap gedaan.”
“Ieuw, je zweet!” Roept er wel eens eentje als hij me een schaarse en verkeerd getimede hug geeft. Klopt ja. Dat doen zij ook trouwens, alleen vinden ze het dan ineens geen probleem. Ze koesteren hun vieze shirts en ranzige sokken als kostbaarheden onder hun bed en houden de ramen het liefst potdicht.
We redden ons wel, natuurlijk redden we ons. Dit gaat ook weer over. Tot we over anderhalf jaar deze tijdelijke plek verruilen voor onze definitieve huis. Ik hoop op een winterse verhuizing. En hormonaal rustiger vaarwater.
Wie is Cezanne?
Cezanne (49) vond zichzelf aardig ingewerkt in het moederschap. Toen haar zoons (nu 16 en 13) naar de middelbare school gingen, kreeg het moederschap een nieuwe dimensie. Een fase met koude frikandelbroodjes voor de lunch, nieuwe vriendschappen met onbekende kinderen, merkkledingwensen en puberperikelen als hermetisch afgesloten badkamers en verloren telefoons. Lastige onderwerpen als vuurwerk, energiedrankjes en alcohol doen hun intrede en hoe houd je pubers eigenlijk gemotiveerd (wie het weet, mag het zeggen)? Cezanne schrijft de komende tijd over de Afdeling Hormoonhuishouding thuis. En oh ja, kan iemand ook eens die hond uitlaten?
Geen reacties