Lees

Een feestje zonder tranen

Ik had het dit keer helemaal dichtgemetseld. Niets kon er meer misgaan.
Dacht ik.

Geen zeventig vreemde, vette kindervingertjes die aan zijn speelgoed zitten. Geen zeven paar sompige zandschoenen die zijn huis binnen denderen. Geen gegooi met broodjes knakworst en geen geruzie over de taart en wie er naast de jarige mag zitten.

Dus dit jaar gewoon, hop, vanuit school, zo de auto in. Niet naar huis, maar meteen op weg naar Schiphol. De plek die Quin op zijn duimpje kent omdat hij er al zo vaak met opa is geweest. ‘Dan kijken we naar de vliegtuigen en eten we een gevulde koek.’
‘Altijd?’
‘Ja, altijd.’
‘Dus, je neemt nooit iets anders?’
‘Nee.’
‘Want je weet dat we met je feestje pannenkoeken gaan eten, he?’
‘Jaha, mama, dat heb je echt al drie keer gezegd.’
‘Ik dacht: ik zeg het nog meer even.’

Vandaag is Quins feestje en hij is zichtbaar in zijn element. Vol trots vertelt hij zijn vriendjes dingen die zij duidelijk nog niet eerder gehoord hebben. ‘Wisten jullie dat de Airbus A380 het grootste vliegtuig is dat er bestaat?’ Hij steekt enthousiast zijn wijsvinger in de lucht om zijn woorden nog meer belang te geven. ‘Daar kunnen 853 mensen in! Er zijn twee verdiepingen en er is zelfs een badkamer.’ Zijn vriendjes hangen aan zijn lippen. Stilletjes knijp ik in de hand van mijn lief: zou het dit jaar dan toch een keer lukken? Een feestje zonder tranen?

De speurtocht door Schiphol Plaza loopt op z’n zachtst gezegd gesmeerd. We leren waar de naam Schiphol vandaan komt, wie Dr. Albert Plesman was, neemt iedereen een kijkje in een echte cockpit, zien we met eigen ogen hoe groot de motoren van een vliegtuig zijn, en horen we hoever het vliegen is naar Suriname.

Maar dan gaat het toch mis.

We staan stil voor de KLM-winkel op Schiphol (waarom daar?) en manlief leest geduldig de volgende stap uit de speurtocht voor. Ik zie de ogen van Quin onrustig heen en weer flitsen. Hij kan zijn aandacht er niet bij houden. Hij hupst van zijn ene been op zijn andere. ‘Moet je plassen,’ vraag ik en hij schudt geïrriteerd zijn hoofd. Ineens begrijp ik het: hij wil maar één ding, en dat is die winkel in. Het walhalla! De must voor elke vliegtuigliefhebber, de winkel der winkels, de belichaming van al zijn stoutste dromen… ik hap naar adem en maak me groter dan ik me voel: nee, we gaan die winkel niet in, Quin.

En dat is niet te verteren natuurlijk. Huilend laat Quin zich ter aarde storten. Vriendjes die vragen wat er is, halen niet veel uit en duiken snel de cockpit weer in. Elmo uit Sesamstraat die net op dat moment óók voor die winkel staat, maakt het alleen maar erger. Het vooruitzicht van een pannenkoek met daarop een dikke laag poedersuiker in de vorm van een vliegtuig is ineens ook niet meer goed. Hij wil een ge-vul-hul-de koek, net als met o-ho-pa. En op mijn vraag of hij misschien een beetje moe is, schreeuwt hij: ‘Ik wil gewoon even huilen!’

Dus ik laat hem even huilen.

Na vijf minuten zie ik hoe hij opkrabbelt. Hij probeert zichzelf weer bij elkaar te rapen en kijkt een beetje gegeneerd om zich heen. Hij zoekt naar aansluiting bij zijn vriendjes maar hij weet niet zo goed hoe. Twee vriendjes pakken hem bij de hand en samen rennen ze er vandoor. Pas als hij bij de bagagebanden als een koffer gewogen mag worden, is hij weer helemaal terug. ‘Ik weeg precies 31,4 kilogram, mam! Dat is best wel een heel zware koffer, hè mama?’

Ik geef hem een knipoog en aai hem over zijn rug. Een feestje zonder tranen zou maar een verdomd saai feestje zijn.

Vorig jaar schreef ik ook een blog over Quins feestje. Dat was één groot leermoment, zal ik maar zeggen;-)

 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter