Lees

Daar praten we niet over

Het nieuwe boek van Miloe Daar praten wij niet over verschijnt op 27 mei bij Uitgeverij Orlando. Binnenkort maak ik bekend hoe je kans maakt op een exemplaar van deze waargebeurde familiegeschiedenis, waarin Miloe onderzoekt welke invloed haar ‘foute’ overgrootvader heeft gehad op de generaties erna, bijvoorbeeld op haar zoon Otis. Niet alles wat ze schreef, haalde uiteindelijk het boek. Exclusief op de Club deelt ze deze weken een aantal van die stukken, bijvoorbeeld deze over de kraamweken van haar – inmiddels 13-jarige – zoon Otis.

Amsterdam, maart 2008

De zwangerschapsyogajuf schenkt thee in ‘speciaal voor jullie met een kruidje dat goed is voor borstvoedende vrouwen’ en deelt beschuit met muisjes uit. Ik houd met twee handen mijn twee maanden oude spartelende zoontje in bedwang, en kijk voorzichtig naar de zeven vrouwen om me heen. Tot een week of tien geleden maakten we elke maandagavond in een joggingbroek op handen en knieën onze rug bol en hol, deden we zowel ontspannende als luidruchtige ademhalingsoefeningen die zouden helpen om de weeën op te vangen.

Nu zijn we allemaal bevallen en op de door de yogajuf georganiseerde reünie. De bolle buiken zijn verdwenen, de joggingbroeken ingeruild voor gebloemde jurken en spijkerbroeken. Als de medemoeders hun bevallingsverhalen met gebaren kracht bijzetten rinkelen hun armbanden en glanzen hun ogen. Ze dragen zelfs mascara, constateer ik licht jaloers. Die ochtend had ik drie pogingen gedaan dat op mijn wimpers te smeren, maar mijn zoontje had geweigerd te gaan slapen en dus had ik rondgelopen met kinderwagen en draagzak en twee extra voedingen gegeven. Ik kijk hoe de medemoeders van hun beschuit eten, slokjes thee nemen, en langzaam wakker wordende baby’s aan de borst leggen. Sommige verhalen over weeënstormen, ruggenprikken, 36-uur durende bevallingen en keizersnedes zijn tamelijk dramatisch, maar de babytijd vinden ze allemaal heerlijk. Het kan ze niet lang genoeg duren, dat cocoonen. 

Ik voel me een beetje zoals dat plantje

Tijdens het luisteren zie ik hoe de damp uit mijn theekop oplost in de lucht. Ik zou best een slok willen nemen, maar ik heb twee handen nodig om mijn huilende, druk bewegende baby richting mijn borst te manoeuvreren. Als het mijn beurt is om mijn ervaringen als nieuwbakken moeder te delen, vraag ik me af of mijn haar niet op mijn voorhoofd geplakt zit, zo warm heb ik het inmiddels. Ik duw de gedachte weg en vertel over de voorspoedige thuisbevalling, dat mijn zoon maar liefst tien pond woog en kerngezond was. Daarna zeg ik iets zachter dat ik het pittig vind dat hij zoveel huilt, dat ik me de kraamtijd iets anders had voorgesteld. ‘Kennen jullie dat onkruid waar een soort peultje aan hangt? Als je het aanraakt knapt het uit elkaar en schieten de zaadjes door de lucht.’ Ik zwijg even en constateer dat er geen damp meer komt van de theekop. ‘Springzaad heet het, ontdekte ik laatst. Ik voel me een beetje zoals dat plantje, als iemand vraagt hoe het gaat, me aankijkt of aanraakt, barst het dunne schildje en knap ik uit elkaar.’

Ik kijk voorzichtig om me heen maar zie geen bemoedigende knikjes, geen blijken van herkenning. ‘Maar verder vind ik het echt heel leuk hoor, het moederschap,’ zeg ik snel en pers er een glimlach uit. Nadrukkelijk kijk ik naar de moeder naast me. Haar beurt.

Als ik een uur later de Maxi-Cosi in de bakfiets zet, snap ik niet wat me bezielde. Waarom kan ik niet meer wat ik vroeger, voor ik moeder werd, zo goed kon? Glimlachen, zeggen dat het goed gaat, doen zoals iedereen doet, ook als je je niet zo voelt als iedereen. Een week eerder, tijdens mijn eerste etentje sinds de bevalling, had ik een kinderloze vriendin eerlijk verteld hoe het met me ging. Dat ik de lange avonden in de kroeg zo miste, de discussies, de vrijheid. Dat ik het zwaar vond, het constante gehuil. Dat moeder worden zo anders was dan ik had gedacht. Ze was steeds stiller geworden. ‘Ik heb nog nooit iemand zoiets horen zeggen,’ bracht ze uiteindelijk uit. ‘Ik denk dat ik mijn kinderwens nog maar even uitstel.’

‘Nou ja,’ had ik snel geantwoord, ‘zo bedoel ik het niet! Huilbaby’s komen natuurlijk ook niet zoveel voor! En verder is het ook vooral heel leuk! En gezellig!’

Het boek van Miloe

Het boek Daar praten wij niet over van Miloe verschijnt eind deze maand. Het gaat over haar oma, Sacha Gerdes, die in de jaren dertig opgroeide in een welvarend gezin in ’t Gooi. Haar vader, kunstschilder Ed Gerdes, ontwikkelt na de dramatische scheiding van Sacha’s moeder sympathie voor het nationaalsocialisme. Sacha wordt heen en weer geslingerd tussen de liefde voor haar vader en haar afschuw van de NSB, waarin hij een steeds prominentere rol gaat spelen. Ook al zwijgt de familie na de oorlog over Ed Gerdes en zijn werk, zijn ‘foute’ keuze zal Sacha haar leven lang blijven achtervolgen. Miloe had een moeizame relatie met haar grillige oma en besloot bijna twintig jaar na haar dood om niet alleen Sacha’s levensverhaal te reconstrueren, maar ook te onderzoeken in hoeverre dat haar en haar kinderen nog steeds beïnvloedt.

Je kunt het boek nu al hier reserveren!

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter