Onze nieuwe blogger Irma is sinds kort moeder van vijf kinderen. Haar zoon Guus is nu 5, haar eerste tweelingdochters 2,5 en de tweede tweeling is nu 3,5 maand. En dat voor iemand die voorheen had bedacht dat ze niet al te veel kinderen wilde, en zeker niet al te dicht op elkaar qua leeftijd. Ze gaat bij ons op de club delen hoe het haar en haar kinderschare af gaat de komende tijd!
“Die ene is veel gezelliger dan die andere”
“Weet je wel zeker dat het een tweeling is?”
“Je wérkt toch niet meer nu?”
“De bevalling was zeker vreselijk?”
“Die lijkt op jou en die lijkt op je man”
“Die lijkt op jou en die lijkt op je man” (andersom aangewezen)
“Ze lijken heel erg op elkaar!”
“Ze lijken totaal niet op elkaar!”
“In welk ziekenhuis liep je voor je vruchtbaarheidstraject?”
“Welke vind je de leukste?”
“Dat lijkt me nou verschríkkelijk, een tweeling!”
“Je geeft toch zeker geen borstvoeding?”
Een greep uit de opmerkingen die we de afgelopen jaren na de geboorte van de eerste tweeling te horen kregen. Op straat, in restaurants, op de camping, in de supermarkt. Gelukkig is een deel van de mensen die ons benaderen positief, liefdevol en respectvol, maar er zijn de afgelopen jaren ook veel dingen tegen ons gezegd die onze wenkbrauwen deden optrekken. Onze dochters lijken totaal niet op elkaar, alleen de aanwezigheid van onze tweeling-kinderwagen verraadde hun tweelingschap. Zodra we die minder nodig hadden, kregen we dan ook minder aanspraak en konden we genieten van relatieve rust in het openbaar.
We trekken veel bekijks
Dit was van korte duur. Met onze nieuwste samenstelling van vijf kinderen is de opmerkingenstroom opnieuw begonnen. We trekken veel bekijks met onze duo-kinderwagen waarin onze jongste dochters liggen, aan de duwstang bevestigd twee polstuigjes met daaraan onze oudste tweelingdochters – opdat we ze graag heel houden – en een trotse grote broer voorop die de weg leidt. Eigenlijk zou de kinderwagen een oranje zwaailamp en een bordje convoi exceptionnel moeten dragen. Overal waar wij komen worden we bekeken en zijn we het gesprek van de dag. We zijn een attractie geworden!
“Twee tweelingen? Wat erg!”
“Zijn ze écht allemaal van jou?”
“Wat lijkt me dát verschrikkelijk druk!”
“Jij liever dan ik, zeg!”
Mijn kinderen zijn daar bij. En die hebben oren. Wat voor boodschap halen zij uit deze opmerkingen? Dat ze te veel zijn, dat ze een belasting zijn, dat het hebben van een tweeling iets verschrikkelijks is?
‘Wow, je mag blij zijn dat ze niet alle vijf van jou zijn, poeh!’ Onze oppas Marloes kijkt de chagrijnige campinggast die dit tegen haar zegt even kort aan en reageert dan zoals ik nooit had kunnen doen: ‘ach ja, sommige mensen hebben nou eenmaal meer liefde in zich dan anderen’.
Applaus voor Marloes.
Geen reacties