Lees, Zwanger

Begin je nou alwéér te janken?

Ik krijg echt al zo’n zwanger lijf. Ik sta in de badkamer en bekijk mijn eigen spiegelbeeld. Niet mijn groeiende buik valt me op, maar de vetrolletjes die op mijn rug en benen ontstaan en de puisten die als paddenstoelen uit de grond lijken te schieten. Er zijn dagen dat ik de hele wereld zou willen showen hoe bijzonder het is wat er allemaal met mijn lichaam gebeurt. Maar op andere momenten bedek ik met mijn armen het liefst mijn gezicht, buik, borsten, benen, billen en rug tegelijk. En wil ik weer m’n normale zelf zijn …

Omdat er zoveel aan mijn uiterlijk verandert ben ik me meer dan ooit bewust van hoe ik eruit zie. De familie Flodder ziet er vergeleken met jou verdomd verzorgd uit, dacht mijn strenge en niet altijd even vriendelijke ik afgelopen week toen ik weer eens in mijn verwassen chillpak inclusief gaten en exclusief enige pasvorm op de bank hing en met een tandenstoker in mijn mond zat te wroeten. Lekker belangrijk, riep mijn relaxte ik me toe. Dit zit nou eenmaal lekker en ten tijde van zwangerschap is alles geoorloofd, toch?!

Een tachtigjarige beweegt soepeler dan ik, verzucht ik als ik vol aahh’s en auww’s de auto in probeer te stappen omdat ik last heb van mijn stuitje. Je bent echt een saaie muts, fluistert er zachtjes in mijn hoofd als ik weer eens een etentje afzeg omdat de groei van Gerritje zoveel energie kost dat ik om negen uur ’s avonds knock-out in bed lig. En als ik daar vervolgens van baal en dat uitspreek staat de gedachte Je wordt een zwanger zeikwijf al trappelend klaar om tevoorschijn te komen.

Gedachtes, oordelen en meningen tuimelen door mijn hersenpan. Om ze allemaal een halt toe te roepen gooi ik een yogalesje in de strijd. Wanneer ik op mijn matje lig en keihard werk om me op een ontspannen manier te focussen op mijn ademhaling, vertelt de lerares dat je alles wat in je hoofd opkomt en voor afleiding zorgt, moet zien als wolkjes. Ze zijn er wel, maar je hoeft er niets mee te doen. Je kunt ze gewoon voorbij laten vliegen, hoog in de lucht. Laat ze maar los …

Of het door de lieve stem van de yogalerares of door de hormonale huilbui (Begin je nou alwéér te janken …) die volgde op deze zoektocht naar rust komt, geen idee. Maar zodra ik thuiskom krullen mijn mondhoeken omhoog en loop ik vastberaden naar de slaapkamer. Daar pak ik mijn favoriete maar niet zo florissante chillpak van het bed en gooi ‘m lachend in de prullenbak.

De meeste hersenspinsels – en zeker die negatieve, waarin je alles behalve lief bent voor jezelf – helpen niet. Die kun je inderdaad het beste laten wegdrijven aan een helderblauwe hemel. Maar met een enkele moet je wel wat. Zwanger of niet.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter