Baby, Kleuter, Lees, Peuter

Accepteren

“Mama, mamaaaaaa,” klinkt het hard uit de slaapkamer van mijn zoons. Ik probeer mijn ogen open te doen en luister naar het geluid. Het is Mads. 

Boven in het stapelbed vind ik hem half rechtop. Aan het geluid van zijn gehuil hoor ik precies wat er aan de hand is. “Kom maar schat, ik til je wel.” In de badkamer staat hij te shaken terwijl hij zichzelf op het toilet neerzet. “Het is goed lieverd, je sliep ook zo lekker. Dat je moest plassen voelde je niet goed hè.” Mads schudt zijn hoofd. Ik houd hem met een hand vast en zie een paar natte plekken in zijn onderbroek. Gelukkig, schat ik zo in, geen nat bed.

Gisteren was het zijn zusje Fenne die mijn nacht met hard gebrul onderbrak. Of eigenlijk hard gekokhals. Laten we het erop houden dat de buikgriep die haar in zijn greep had voor een nachtelijke dieptereiniging van haar slaapkamer zorgde. En de keren dat ik rustig en sussend naast een van de oorpijn krijsende Jesse plaatsnam zijn ontelbaar. Maar ik deed het.

Mijn zes jaar jongere ik, die al ging gillen van een aan zijn kont krabbende aap in de dierentuin, zou het niet geloofd hebben dat ik (ik!) tegenwoordig midden in de nacht met zoveel rust en liefde ondergekotste bedden en natte onderbroeken zou verschonen. Zelfs babypoep onder mijn eigen nagels vind ik niet meer erg.

Eerlijk gezegd heeft dat relaxte wel moeten groeien. Nachtrust is heilig, weet je wel. Ik vond dan ook dat mijn eersteling na dertien weken moest doorslapen, zoals in de boekjes stond. Het maakte me boos dat hij het na zesentwintig weken nog niet deed. Want met die vijf uur slaap per nacht trok ik mijn werk, huishouden én moederschap niet. Althans, dat zei ik elke dag tegen mijzelf. Totdat ik besloot die fase te omarmen en ging accepteren dat dít nu mijn leven is. Dat er in de nachten iemand wakker kan zijn, die mij nodig heeft. Toen ik dat ging doen, kwam ik erachter dat juist het schoppen tegen de situatie zo vermoeiend was.

Nu drie kinderen verder schop ik ’s nachts overigens net zo makkelijk mijn man wakker. In het kader van samen spelen samen delen heel plausibel vind ik zelf.

Denk trouwens maar niet dat ik altíjd über relaxt ben. Ik heb ook slaap, tijd voor mezelf én eigen ruimte in mijn bed nodig. Als ik dat niet genoeg krijg verander ik in een schreeuwend monster. Dat m’n kinderen daar nog nooit nachtmerries van gekregen hebben is eigenlijk best een wonder.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter