Krissie is moeder van twee pleegkinderen. Pleegpubers inmiddels. Ze schrijft voor ons over het pleegouderschap.
‘Wat eten we vandaag?’ Zoals gewoonlijk is het niet de eerste keer die dag dat Vera me deze vraag stelt. Haar geheugen laat haar nogal eens in de steek, vooral als ze iets hoort wat ze eigenlijk niet wil horen. Dat wil zeggen: als het antwoord op de door haar gestelde vraag anders luidt dan ‘pizza’ of ‘pasta.’
‘Vanavond maak ik burrito’s met vegetarisch gehakt en groenten, lekker toch?’ Ik weet heus wel dat die laatste twee woorden totaal niet aansluiten bij Vera’s gedachten.
‘Bah, echt niet. Wat smerig zeg!’ Met een gruwelend gezicht kijkt ze me aan. Gelaten haal ik mijn schouders op. Tegenwoordig is wat er bij ons thuis op het menu staat meestal ‘gadver,’ ‘blèh,’ of ‘vies’.
Bang dat Vera ondervoed zal raken, hoef ik niet te zijn. Haar slaapkamer vormt een opslagplaats voor verpakkingsmateriaal en etensresten van dingen die ze wél lekker vindt. Vooral onder haar bed is het een walhalla voor eventueel ongedierte, dat we tot nu toe buiten de deur hebben weten te houden door wekelijkse puinruimsessies op de woensdagmiddag. Dat levert naast een pedaalemmerzak vol lege chips zakjes, plakkerige ijsjeswikkels en kruimelige Sultana-plasticjes trouwens ook een berg aangekoekte vaat op. Best handig om te weten waar al die verdwenen glazen en schaaltjes de hele tijd uithingen. Op woensdagen is de vaatwasser altijd tot de nok toe gevuld.
Behalve wat gerol met haar ogen geeft ze geen sjoege.
‘Misschien is het een idee als je een keertje zelf kookt, dan kun je maken wat je lekker vindt.’ Helaas, dit (al zeg ik het zelf) grandioos goede idee maakt niet zoveel los, want behalve wat gerol met haar ogen geeft Vera geen sjoege. Maar het is niet alleen de avondmaaltijd die ze meestal niet te hachelen vindt. Ook brood is tegenwoordig een echte ‘no-go.’ ‘Ik ga tussen de middag écht geen boterham eten hoor, ik ben toch niet gek? En al helemaal niet dat bruine brood dat jullie altijd kopen. Als we nou eens witbrood zouden hebben…’ Ik schud mijn hoofd nog maar eens. Een volkoren boterham mag dan niet in de smaak vallen, het aanschaffen van witbrood gaat míj weer net te ver. Daar zit toch niets voedzaams in?
Maar uit onverwachte hoek verscheen er plots een klein lichtpuntje: sinds kort loopt Vera stage bij de kinderopvang in de buurt, en dáár hebben ze toch iets lekkers voor op brood! Die kleine hummeltjes smullen ervan, vertelt ze me: smeerworst! Dát is echt overheerlijk, aldus een nog net niet kwijlende Vera. Ze vindt zelfs de vega variant lekkerder dan die met echt vlees erin. Eureka! Ik sla meteen meerdere kuipjes in. Voorlopig zit het met de broodmaaltijden dus wel snor. Nu nog iets bedenken voor het avondeten. Aan hoeveel potjes babyvoeding zou een puber van vijftien jaar per dag genoeg hebben, denken jullie?
Geen reacties