Ik hoopte altijd dat dat kruipen en over de grond dweilen zo rond zes jaar wel voorbij zou zijn. Maar Quin werd zeven, is nu al ruim drie maanden acht en nog steeds beweegt hij zich het liefst al tijgerend over de vloer.
De gaten in Quins broeken vallen er bijna in als je er alleen al naar kijkt.
Soms betrap ik mezelf erop dat ik dingen tegen Quin zeg als: ‘Misschien moet je morgen maar even je oude spijkerbroek aantrekken als je naar de BSO gaat. Anders is je nieuwe broek zo snel weer versleten.’
Dat vond ik altijd zó truttig als ik dat andere moeders hoorde zeggen. Mijn kinderen zouden altijd meteen hun nieuwe kleren aan mogen. Waar en wanneer dat ook was. Zelf moest ik mijn nieuwe kleren altijd netjes in de kast leggen en mocht ik ze pas aan als school weer begon. Ik weet nog goed hoe stom ik dat vond.
Maar ook ik ben veranderd in een moeder die de broeken van haar kroost graag netjes wil houden. Ik kan toch niet elke twee, drie weken nieuwe broeken kopen? Quins jongere neefjes krijgen om de zoveel tijd alle mooie en toffe kleren die Quin niet meer past, maar broeken zitten daar dus nooit bij. En het is niet zo dat ze – als ik ze in de kast leg – er weer heel uit komen. En ik ben gewoon geen moeder die kniestukken op de broeken gaat zitten naaien. Ik heb het weleens met textiellijm geprobeerd, maar dat had ik net zo goed niet kunnen doen. Dus moppert Quin wat af ‘s ochtends – als hij een broek zonder gaten aan wilt, want niemand in zijn klas heeft een broek met gaten – en er weer geen broek zonder slijtageplekken te vinden is.
Als oma terloops laat vallen dat het er toch wel ‘heel armoeiig’ uitziet, kan ik er niet langer omheen: er moeten weer broeken gekocht worden. En die gaan we zo lang mogelijk héél proberen te houden, neem ik me voor. Ik bestel in één keer een hele bubs kinderkleding en een dag later wordt er een groot pakket bezorgd. Quin is door het dolle heen als hij zijn nieuwe kleren ziet en wilt alles meteen passen én aanhouden. ‘Deze broek is echt super stoer, mama! Kijk dan!’ Hij draait vrolijk met zijn billen heen en weer.
Ik bijt op mijn tong. Ik kan ik het niet over mijn hart verkrijgen om nu te zeggen: ‘Die mag je pas over een week aan, als school weer begint, schat. Ik wil deze broeken nog even netjes houden!’ In plaats daarvan zeg: ‘Houd maar lekker aan, schat. Je ziet er prachtig uit.’
Geen reacties