Lees

List

Natanja is moeder van een dochter (9 jaar) en een zoon (7 jaar) en sinds deze zomer blogger bij de club. Kinderen die, net als andere kinderen, graag op een scherm zitten. Maar Natanja verzint een list om ze eraf te krijgen. Of…..

Wandelen. De trend van 2020. Je moet iets om uit de sleur van pandemisch thuiszitten te komen. Ook ik zit hele werkdagen op m’n kont te videovergaderen en moedig mezelf daarom geregeld aan om de frisse lucht in te stappen. Ik ben in beweging, geniet van de prachtige natuur en voel me gelouterd bij thuiskomst. En het kost niets. 

Mijn kinderen houden niet van wandelen of de loutering die het oplevert. Waar ze wél van houden, is enthousiast naar een scherm staren. Om te TikTokken, Minecraften (‘mogen we multiplayen mam?’) of naar tierende jongens op YouTube te kijken. Ik begrijp het plezier, maar vind het ook ongezond en mán, wat een lamlendig humeur krijgen ze ervan. We hebben duidelijke afspraken over hun ‘schermtijd’, toch neemt dat niet weg dat ze continu verlangen naar een tablet of telefoon en er bij voorkeur uren achter zitten. 

We moeten naar buiten. Even die oogjes andere kost gunnen.

Op een zonnige herfstochtend komt het moment dat ik ze extra aandacht besluit te geven, en ze opdraag hun tablet weg te leggen. We moeten naar buiten. Even die oogjes andere kost gunnen.
‘Jongens!’ roep ik, ‘het is prachtig herfstweer – we gaan een lekker stukkie wandelen!’ De schrik in hun ogen kan bijna niet groter. Ik heb zojuist een heel vies woord uitgesproken. Wan-de-len. Nu? Ieuw. Echt niet. ‘Da’s sáái’ zeggen ze in koor. Ik zucht. Zo krijg ik ze niet mee. 

‘Weet je wat?’ zeg ik, ‘we installeren Pokémon Go op mijn telefoon – we gaan Pokémon vangen!’ Dat lijkt hen al tijden geweldig om te doen. Stante pede word ik moeder van de maand. Ook al haak ik tien jaar later nog eens een keertje aan op de trend, ze vinden het een briljant idee. 

Ik heb er zin in – maar mijn idee van fiks doorwandelen en het gebruik van Pokémon Go blijken in schril contrast met elkaar. Iedere anderhalve meter poppen minstens drie Pokémon op (wist ik veel dat we in zulk dichtbevolkt gebied wonen), waardoor het kind met de telefoon in bezit acuut stilstaat, we als ganzen tegen elkaar opbotsen en minstens een minuut stilstaan om dat ding te vangen, turend op het beeldscherm. Om daarna verheugd te roepen: ‘Yes, we hebben een Dunsparce, een Rattata, een Charmander! Wauw, 600 punten erbij!’  

Dat gaat zo twee uur door. Doorgewaaid en best moe komen we thuis. Ik maak koffie en limonade en denk nog eens na over mijn geweldig slimme actie. Hebben we lekker gewandeld? Nou en of. Een rondje van wel 1,5 kilometer. Hebben we iets van de omgeving gezien? Helaas. Ze hebben geen neerdwarrelend blaadje gezien, maar alleen maar Pokémon-punten geteld. 

Ik besef me ineens de onhandigheid van deze keuze. Hebben ze het toch voor elkaar. Dit was gewoon ordinaire schermtijd, maar dan in de buitenlucht.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter