Lees

Alweer

Frauke is een Belgische moeder. Ze woont met haar gezin in de rand rond Brussel. 2,5 jaar geleden verloor Frauke haar partner Olivier, en verloren de kinderen Elise (13) en Tristan (12) hun vader na een jarenlange ziekte. 

Ik zit in een parkje bij mijn huis, weg van de kinderen die voor de televisie hangen. Dit gesprek hoeven ze niet te horen. Mijn schoonmoeder vertelt me dat ze naar Groot-Brittannië verhuist, haar thuis. Na het overlijden van mijn schoonvader heeft ze in Luxemburg niets meer te zoeken.

Met haar verhuist een tastbaar stukje familiegeschiedenis van hun papa.

De zenuwen gieren door mijn lijf, terwijl mijn schoonmoeder doorratelt over de praktische kant van de verhuis. Ik hoor het niet. Ik kan alleen maar denken: afscheid, opnieuw een afscheid. 
Tweeënhalf jaar geleden namen mijn kinderen afscheid van hun vader. In februari dit jaar deden ze dat van hun opa, en straks, op een heel andere manier weliswaar, ook van hun oma.
Mijn schoonmoeder verhuist niet naar een andere straat. Ze verhuist één zee verder, 6 uur reizen. Het dagje-heen-en-weer op bezoek wordt nu minstens een midweek weg. Tot daar het avontuurlijke stuk van het verhaal.
Want met haar verdwijnt voor mijn kinderen de link met hun tweede thuisland. En met haar verhuist een tastbaar stukje familiegeschiedenis van hun papa net iets verder weg. En dat maakt het moeilijk.

Ik blijf na het gesprek op het bankje zitten en denk na hoe ik de afscheidsboodschap dit keer zal brengen. Want de waarheid is: ik weet niet wat zoveel afscheid met een jongere doet.
Bij mijn zoon kom ik het wel te weten in de komende weken. Hij zal vragen stellen, knuffels bedelen wanneer hij ze nodig heeft, zijn verdriet zal zichtbaar zijn. 
Mijn dochter daarentegen zal geen kik geven. Hoe hard ik ook probeer om door die amandelvormige  groene ogen in haar ziel te kijken, de deur ernaartoe blijft gesloten. Of het stormt in mijn dochters hart of windstil is, het weerbericht is niet publiek.

Ik verhard, voor de derde keer.

Op het bankje voel ik wat er binnen in mezelf gebeurt: ik verhard, voor de derde keer. Bij elk afscheid groeit er een extra laagje bast rond mijn hart, en zet ik me opnieuw schrap om de sterkste van ons drie te zijn, de verantwoordelijke ouder. Oh wat ben ik dat soms zo hard beu. 

Ooit hadden we in België een professionele afscheidnemer. Hij deed het voor televisie, hij was erg grappig. Ik denk dat wij het ondertussen ook zijn, professionele afscheidsnemers. Ik vind er niets grappigs meer aan.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter