Leer

5 gametrucs die helpen bij huiswerk begeleiden

Er zijn genoeg redenen om geïrriteerd of ongerust te zijn als je kinderen (te) veel gamen: omdat ze er lawaai bij maken en krachttermen schreeuwen, omdat ze niet kunnen stoppen of omdat ze er geld aan verspillen. Maar! Games doen blijkbaar iets verdomd goed: ze weten te boeien, zorgen voor (hyper)focus en ze zorgen ervoor dat je kind doorzet en blijft proberen. Als ze dat nou ook eens bij hun huiswerk zouden doen?

Game principes gebruiken bij het helpen met huiswerk

Wat is dat nou precies bij games? Wat maakt nou dat ze bovengenoemde eigenschappen hebben? En kunnen we die eigenschappen ook gebruiken bij het helpen met huiswerk? Ik denk van wel! Hieronder vijf gamingprincipes die je hierbij kunt inzetten. Dit blog is trouwens een vervolg op dit eerste blog over helpen met huiswerk.

Principe 1: in games is het helder wat gaat komen

In een game is het duidelijk welke weg je moet afleggen om ergens te komen. Je weet welke volgende ‘wereld’ er op je wacht als je door dat ene level heen bent. Dat werkt motiverend, want je weet met welk doel je iets doet en wat de volgende stap is. Én je weet dat je soms dingen moet doen die je minder leuk vindt of minder goed kunt, zodat je daarna door kan met het volgende.
Als je twijfelt of je kind helder heeft wat er allemaal van hem of haar wordt verwacht, dan is het handig om een keer samen te kijken wat er allemaal moet gebeuren bij een bepaald vak. Als je niet precies weet wat een volgende stap is, en hoe lang bijvoorbeeld een ‘moeilijk’ onderwerp of hoofdstuk nog is voordat er weer iets makkelijkers of leukers, dan kan je daar flink onzeker van worden. Als de weg en de eindbestemming duidelijk zijn, kun je gerichter werken, wat zorgt voor meer plezier én meer efficiëntie.

Tip 1: show them the way Grote Smurf!
Help met overzien waar te beginnen. Ziet een taak er onmogelijk uit, waardoor motivatie al voor aanvang onder het nulpunt is gezakt? Help dan met kijken naar tussentijdse behapbare doelen stellen of help om omvangrijke opdrachten in stukjes opdelen. Denk aan de vraag: Hoe ver nog Grote Smurf? Wees een grote smurf die de jongere helpt te overzien. Wat daar ook bij hoort: kijk af en toe achterom welk stuk al is afgelegd. Streep door wat er al is gehaald. Ook dat motiveert!

Principe 2: een game bouwt geen karma op

Zoals mijn man en mede-auteur van Snap dat dan! zegt: ‘Een game bouwt geen karma op,’ zegt hij. ‘Hoe vaak je ook gefaald hebt.’ Oftewel: je mag altijd opnieuw beginnen, je krijgt elke keer een nieuw leven. Een eigenschap die in andere delen van het leven ook wel heel fijn zou zijn. Want het kind dat het verknald heeft in de klas, of op de voetbalclub, kan dat nog weken- of maandenlang worden nagedragen.

Tip 2: begin vrolijk opnieuw
Schrijf je kind niet af als iets niet gelukt is, als een oefening tijdens het huiswerk maken niet lukt, of als hij een toets heeft verknald. Geef hem ook een nieuwe kans. Op hetzelfde level, of misschien een level lager. Maar geef ruimte voor nieuwe kansen. Geef aan dat hij nog niet al zijn ‘levens’ heeft verbruikt. Op naar de volgende kans.
Jouw verwachtingsvolle houding als ouder doet ertoe. Straal je wantrouwen uit of vertrouwen? Als jij laat zien dat je gelooft dat iets gaat lukken, dan is de kans veel groter dat het ook gaat lukken. Je kind groeit van jouw vertrouwen.

Principe 3: in games worden overwinningen gevierd

Als je het goed doet in een game, dan wordt dat gevierd. Je krijgt badges, awards, nieuwe levens enzovoort. Waar krijg je dit nou in het echte leven?

Tip 3: vier het als het goed gaat
Op de basisschool kreeg je een sticker als je iets goed had gedaan. Dat wordt naarmate ze ouder worden toch steeds minder. En toch: zijn dat soort kleine dingen leuk. Als ik mijn zoon Teun help bij wiskundesommen, dan zetten we soms een ‘juich-geluidseffect‘ aan als we een som goed hebben. Het is iets heel sufs en kleins, maar toch word je er blij van, maakt je hoofd een bepaald stofje aan en werkt het motiverend. En niet alleen een goed cijfer hoef je te vieren. Vier het ook eens als het cijfer misschien niet fantastisch was, maar de inzet wel. Jij bent immers degene die kan zien wat je kind ergens voor heeft gedaan. Geef waardering voor inzet en benoem wat je kind goed gedaan heeft: ‘Ik zie echt een groot verschil met vorige week,’ of: ‘Ik merk dat je dit echt snel oppikt.’

Principe 4: games zijn competitief

De meeste games waarbij fanatiek gespeeld wordt, zijn competitief van aard. Je gaat door omdat je wilt winnen. Van iemand anders, of van jezelf. Je wilt het beter doen. Vooral jongens (maar uiteraard ook genoeg meisjes, zoals onze dochter), zijn hier gevoelig voor doordat bij ‘winnen’ en ‘verliezen’ het testosterongehalte bij jongens sterk(er dan bij meiden) stijgt en daalt. Ze willen gewoon graag winnen, ook van zichzelf!

Tip 4: daag uit
Als je kind gevoelig is voor competitie, daag hem of haar dan uit. Laat je kind een wedstrijdje doen met zichzelf (‘dit kun je vast sneller dan vorige keer!’) of met jou. Toen Teun een keer op het laatste moment ontdekte dat hij de volgende dag een toets had voor Spaans, gaf Henno hem de opdracht drie keer twintig minuten te gaan leren en maakte er een wedstrijdje van hem te overhoren.

Principe 5: games geven direct feedback

Als je aan het gamen bent, krijg je voortdurend feedback op wat je aan het doen bent. Interessant weetje is bijvoorbeeld dat kinderen met ADHD vaak hun huiswerk niet kunnen maken, maar wel uren kunnen gamen. Dat komt doordat games onmiddellijk feedback en consequenties geven. Dat doet huiswerk niet.
Veel kinderen hebben baat bij directe feedback, oftewel dat je direct iets zegt als je iets opmerkt (ook al is het maar iets kleins): ‘Hé, ik zie dat je al begonnen bent met je Engels, wat goed.’ Of: ‘Let even op, wat je hier doet is misschien niet handig.’

Tip 5: laat zien dat je ze ziet
Net zoals bij het puntje van een ijsberg, zit er onder dat wat je ziet als je kind leert een heleboel werk dat niet iedereen ziet. Maar jullie als ouders vaak wél, namelijk: doorzettingsvermogen, opoffering, goed gedrag, fouten, teleurstellingen, hard werken, toewijding. Laat door kleine zinnetjes merken dat je ziet wat je kind doet:
– ‘Ik zie echt dat je er hard voor werkt.’
– ‘Wat fijn dat je al zo goed begonnen bent.’
– ‘Wat begrijp je al wel en wat begrijp je nog niet?’
En check ook af en toe of ze een opdracht van school wel goed gehoord hebben. ‘Weet je zeker dat het pagina 5 is die je moet leren of was het opdracht 5?’

Snap dat dan!

Dit artikel is grotendeels gebaseerd op ons boek Snap dat dan! Een boek dat je helpt om je puber (en jezelf) door de huidige turbulente tijden te loodsen. Meer snappen van wat er in de hoofden van pubers gebeurd bij gamen, of bij huiswerk maken? Er zijn dikke boeken vol geschreven over het puberbrein. Wij hebben dat in ons boek Snap dat dan! fijn voor je op een rijtje gezet en toegankelijk samengevat. Maar Snap dat dan! kijkt naar meer dan alleen het puberbrein en naar de gierende hormonen die wij vroeger ook hadden. Want de wereld is niet meer hetzelfde als toen wij puber waren. Van prestatiedruk tot Andrew Tate en polarisatie, van Snapchat tot klimaatverandering. De wereld is anders dan toen wij puber waren en bovendien zijn wij ook andere opvoeders dan onze ouders waren.

Met dit boek leer je je pubers en hun puberbrein zien in het licht van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen. En met de tips uit de toolbox leer je bijvoorbeeld hoe je een goed gesprek voert met je puber, leer je grenzen te stellen, of ze (ja, echt) in beweging te krijgen. Snap dat dan! Het boek is onder andere hier verkrijgbaar.


Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter