Lees

Speelafspraakje

Ingelise is moeder van drie kinderen (12, 10 en 6). Ze blogt over haar leven als (werkende) moeder en wat haar daarin allemaal verwondert.

‘Ik verveel me’, hoor ik vanuit de woonkamer. Als ik kijk in de richting van het geluid zie ik eerst de benen van mijn jongste dochter en dan pas haar hoofd. Ze hangt letterlijk onderuit op de bank, een ongelezen Donald Duck naast haar. ‘Ik wil met Lisa spelen,’ verkondigt ze. ‘Waarom heb je dan net niet op school met Lisa afgesproken?’ werp ik logisch terug. Dan had je meteen met haar naar huis kunnen gaan.’  ‘Jaahaaa, maar toen wilde ik nog met Hanneke. Maar die kon niet, die moest naar balletles. En toen heb ik het gevraagd aan Elin. Die wilde wel, maar die moest toen toch met haar oma mee. Dus toen had ik niemand.’ ‘Tja’, mompel ik, en ik gooi er een moederklassieker in: ‘dan vermaak je je toch gewoon een keertje zelf op je kamer?’

Ik zucht, ik heb hier zo geen zin in

Ze werpt me een verontwaardigde blik toe. ‘Maar ik heb helemaal niets te doe-oe-n, en ik wil zo graag met iemand afspreken. Kun jij de moeder van Lisa niet even een berichtje sturen met je telefoon? Ah toe?’  Ik zucht, ik heb hier zo geen zin in. Spontane speelafspraakjes regelen is niet mijn ding. Het gaat niet om de vaders en moeders van school, die zijn allemaal even aardig, gezellig en makkelijk. Nee, ik vind het gewoon ongemakkelijk om te doen, dat leuren langs potentiële speelkameraadjes. Heeft ongetwijfeld iets te maken met mijn nogal introverte karakter waardoor ik niet sta te springen om onaangekondigd digitaal binnen te vallen bij jan en alleman. En ik ben verdorie geen datingbureau.

Maar uiteindelijk zwicht ik natuurlijk en tik snel een appje. ‘Hi, heeft Lisa toevallig zin en tijd om te spelen?’. Een druk op het blauwe pijltje en daar gaat hij, het ruime sop in van de oceaan die What’s app heet. ‘En?’ vraagt mijn dochter vanaf de bank. ‘Wat zegt ze?’. ‘Ja, zeg,’ snib ik terug ‘zo snel heb je geen antwoord.’ Ik buig me weer over mijn computer waar een lange rij ongelezen mails op me wacht. Op de bank veinst het leidend voorwerp geïnteresseerd de achterkant van de Donald Duck te lezen maar iedere dertig seconden wiebelt ze van de bank af om op mijn telefoon te kijken of er al nieuws is.

Ze duikt op de telefoon en leest de tekst op het scherm

‘Ping!’ klinkt het na een minuut of vijf. Dochter springt verheugd op. ‘Dat is de moeder van Lisa!’ Ze duikt op de telefoon en leest de tekst op het scherm: ‘Hé buurtjes, heeft er iemand een pakketje aangenomen voor nummer 20? We zijn het kwijt.’ Het is de straat-app. Het verheugd opspringen herhaalt zich nog een keer of drie als de antwoorden op de buurman binnenstromen. ‘Nee sorry, niets gezien hier,’ ‘nee, dacht het niet,’ ‘ja hoor, bij ons!’ ‘Pffff,’ zucht de dochter gefrustreerd. ‘Wat krijg jij veel appjes.’

De volgende ping levert ook niets op (mijn vriendinnen die bespreken waar we binnenkort die borrel gaan doen) en die daarna evenmin (de klassenapp van groep 3 met een vraag wie er kan helpen bij de themadag Vlinders). De benen op de bank gaan steeds moedelozer hangen. Landerig staart ze voor zich uit.  Maar, jawel, na een half uur komt het verlossende antwoord van de moeder van Lisa: ‘Ja hoor, gezellig, breng haar maar hiernaartoe.’ Opgetogen huppelt mijn dochter naar de deur. ‘Zie je wel, dat was toch niet zo moeilijk?’ Mmmm, nee inderdaad, best makkelijk eigenlijk.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter