Baby, Lees

Door andere ogen

“Hij heeft het goed, dat zie ik meteen,” vertrouwt een oudere dame me op samenzweerderige toon toe als ik net met Benja de overkant van het zebrapad heb bereikt. Het is woensdagmiddag en we halen wat boodschappen in het winkelcentrum om de hoek. Omdat de weg ernaartoe leidt langs bergen bladeren, schaapjes, honderden eikels op de grond en een drukke weg met auto’s, motoren en ambulances, zijn we al ruim een uur onderweg zonder dat we iets van ons lijstje af kunnen strepen.

De vrouw van bijna tachtig, zoals ze later zelf vertelt, pakt zacht mijn arm. “Zijn ogen stralen als sterretjes,” vervolgt ze terwijl ze liefdevol naar Benja kijkt. “Ik vind het prachtig dat er zo’n gelukkig mens op de wereld is.” Terwijl ik de woorden tot me door laat dringen en tegelijkertijd Benja sommeer geen sigaretten van de grond in zijn mond te stoppen, loopt ze door. Om na nog geen halve meter om te keren, want haar verhaal is nog niet af.

“Mijn zoon heeft twee meiden, 14 en 8 zijn ze. Hun moeder zien ze niet meer. Daarom woonden ze jarenlang bij mij. Ik heb bergen moeten verzetten om ze weer wat vrolijkheid bij te brengen.” Ik broed op een passende reactie op deze onverwachte openheid, maar kom niet verder dan wat gehum. Het lijkt haar niet te deren. “Weet je wat het is, mensen hebben tegenwoordig geen tijd meer. Ze zijn continu gestrest, rennen van hot naar her en dumpen hun kinderen te pas en te onpas achter een tablet of telefoon. Ik heb het de afgelopen jaren zien veranderen. Er is in deze wereld een groot gebrek aan echte aandacht. Gelukkig heb jij dat wel voor je zoon.”

Het compliment is te groot. En onterecht. Elke vezel in mijn lijf schreeuwt dat ik het moet opbiechten. Dat Benja gisteren nog achter de Ipad zat zodat ik met een vriendin kon bellen. Dat ik vanmorgen liever mijn mail beantwoordde dan dat ik gehoor gaf aan zijn vraag om samen door de kamer te dansen. En dat ik vind dat Benja na samen boodschappen te hebben gedaan best weer even zelf kan spelen, zodat ik mijn eigen to do’s kan afwerken.

Maar ik zeg het niet. In plaats daarvan ontvouwt zich een grote lach op m’n gezicht. De vrouw zegt gedag en loopt weg. De wielen onder haar boodschappentrolley stuiteren vrolijk op en neer op de keien. Ze kijkt nog een keer om. Haar ogen stralen. Voor even.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter