Natanja blogt over haar leven als moeder van een zoon van 11 en een dochter van 14. En over zichzelf natuurlijk 😉
‘Denk maar niet dat ik meega. Hoezo zou ik dat doen?’
‘Papa en ik zouden het leuk vinden als je meegaat. Zodat je er wat meer gevoel bij krijgt.’
Ik hang in de deuropening van dochters’ slaapkamer. Ze zit op bed, haar laptop met een Netflix-serie op schoot.
‘Ik heb het toch al op de foto’s gezien? En op video? Ik zie in oktober vanzelf hoe het is.’
‘Ja, dat is zeker waar. Toch denk ik dat het leuk is om het in real life te zien. En, we willen daarna gaan lunchen in de stad, met z’n vieren. We zijn allemaal vrij, en dan hebben we even een uitje.’
Een tijdje geleden tekenden we voor ons nieuwe huis in een compleet nieuwe woonplaats. Tijdens de bouwkundige keuring bood de huidige bewoner aan om eens langs te komen met de kinderen, zodat ook zij het van binnen konden zien. Onlangs besloten man en ik dat het moment daar was, dus ik appte of ze binnenkort thuis zijn voor een flitsbezoek. ‘Van harte welkom!’ klonk het. Nu de kinderen nog meekrijgen. Bij mijn zoon weet ik dat ik dit bezoek als mededeling kan brengen, maar bij mijn dochter is het de vraag hoe haar pet staat.
Nu sta ik hier, in haar domein, met goede moed en licht kloppend hart.
Nu sta ik hier, in haar domein, met goede moed en licht kloppend hart. Ik blijf het bizar vinden dat ik nerveus word van gesprekken met mijn kind. Vooral in situaties dat ik hoop dat ze ergens ‘ja’ op zegt loop ik enerzijds op eieren terwijl ik anderzijds een bak zelfvertrouwen probeer uit te stralen. Ik wil soms zó graag dat ze zegt: ‘leuk, doen we, ik ben erbij, gezellig,’ maar ik heb inmiddels lang genoeg een puber in huis om te weten dat zo’n reactie niet standaard is – behalve als we naar McDonald’s gaan. Daarnaast ligt het onderwerp gevoelig. Deze verhuizing hebben wij bedacht, en zij heeft geen andere keuze dan mee te verhuizen. Ondanks dat ze weinig binding heeft met onze huidige woonplaats, is het toch een enorme verschuiving.
Ondertussen begint mijn verzoek steeds meer op een smeekbede te lijken. Hoe ga ik dit nou voor elkaar krijgen?
‘Kun je het dan niet gewoon voor mij doen?’
Mijn hemel, denk ik. Zelfs ík hoor dat dit argument complete kul is.
‘Waarom zou ik dat doen?’ Ze kijkt me aan alsof ik er werkelijk niets van begrijp.
‘Ja, dat weet ik eigenlijk ook niet,’ klink ik zwakjes. Misschien wordt het tijd dat ik mijn verwachting temper.
Dan zet ik een laatste poging in. ‘Je kunt toch gewoon één keertje meegaan? Het duurt hooguit twintig minuten.’
‘Maar mam,’ zegt ze dan. Ze gaat rechterop zitten, kijkt me plotseling strak aan.
‘Weet je wel hoe echt het dan wordt.’





Geen reacties