“Nesteldrang is een opruim-, schoonmaak- en koopwoede die veel vrouwen in de tweede helft van hun zwangerschap ervaren,” lees ik op internet. Ze hadden bij de definitie van dit woord dat ik tot acht maanden geleden niet kende net zo goed mijn naam kunnen toevoegen. Want tot mijn grote verbazing blijk ik de belichaming van elke letter van deze uitleg te zijn.
Voor sommige vrouwen is opruim-, schoonmaak- en koopwoede misschien niet vreemd, maar bij mij past het niet. Ik ben een sloddervos. Vind mijn schoenen het liefst terug op de plek waar ik ze heb uitgeschopt, vergeet regelmatig dat gebruikte glazen in de vaatwasser in plaats van op tafel horen en gebruik de eetkamertafel liever als kantoor, inclusief rondslingerende papieren, pennen en notitieblokken.
Schoonmaakwoede staat minder ver van me af, want dat ik een lichte vorm van smetvrees heb kan ik niet ontkennen. Maar een paar kruimels op de grond zie ik zonder moeite over het hoofd en van een douche die een keer niet met kalkreiniger is schoongemaakt lig ik geen minuut wakker.
Wat tot voor kort een totaal onbekend fenomeen voor mij was, is koopwoede. Als je net als ik het liefst een keer per half jaar naar de stad gaat om voor het hele seizoen inkopen te doen, zodat je je daarna niet meer in kledingwinkels hoeft te begeven, begrijp je wat ik bedoel. Als je je hier niet in herkent is het ook niet te snappen, weet ik inmiddels door alle niets verhullende blikken van vriendinnen.
Maar sinds afgelopen donderdag op vrijdagnacht is alles anders. Ik lag voor het eerst in mijn leven wakker omdat ik nadacht over het soort bank en kleed dat ik moest en zou gaan kopen. Ik negeerde de volgende dag de zwarte kringen onder mijn ogen, sleepte Joost mee naar de bouwmarkt en zocht ’s avonds tot in de late uurtjes naar het schilderij dat mijn leven compleet zou maken.
Ik ben veranderd, als een donderslag bij heldere hemel. Spullen die voorheen geen thuis hadden krijgen een vaste plek. De laatste babyspullen worden NU gekocht. Ik wil dat alles spik en span is. Om dat te bereiken ruim ik op, stofzuig ik, gooi ik weg, was ik, dweil ik en koop ik. Ik was alle babykleertjes drie keer en leg ze direct op volgorde, zodat ik niet meer na hoef te denken over wat ik Gerritje de eerste, tweede, derde, vierde en vijfde dag na zijn geboorte aantrek.
Toen ik afgelopen zaterdagmorgen de babykamer inliep, gewoon om even te kijken naar dat bedje waar Gerritje straks in ligt, realiseerde ik me wat er met me aan de hand is. Ik wil nestelen. Het oerinstinct om een veilig thuis voor onze baby te creëren overtroeft met gemak mijn persoonlijkheid. Alles in mij schreeuwt dat ik ons huis en ons leven klaar moet maken voor zijn komst.
Enige nadeel is dat opruim- en schoonmaakwoede niet zo lekker combineren met een dikke buik. En dat mijn bankrekening niet echt opfleurt van koopwoede. Maar nesteldrang is hardnekkig, want ik trek me tot nu toe verdomd weinig van deze bezwaren aan. Het is te hopen dat Gerritje niet tot week 42 blijft zitten…
Wil je vanaf nu nooit meer een blog van de club missen? Sinds kort mail ik ieder weekend een nieuwsbrief met het weekmenu en alle artikelen die de week ervoor op de Club van Relaxte Moeders zijn verschenen. Als je ook nooit meer iets wilt missen, vul dan onderstaande formulier even in!
Geen reacties