Lees, Peuter

Project ‘vind-de-perfecte-school’

“Er zijn hier geen auto’s mama!” roept mijn zwaar teleurgestelde peuter mij verwijtend toe. Een serieuze pruillip en dito tranen bekleden zijn gezicht. “Nee sorry jongen,” zegt de keurige mijnheer met wie ik aan tafel zit licht ontredderd. “Maar ik heb wel WiFi!” Hij werpt een hoopvolle blik mijn kant op. Even later kijkt Mads op mijn telefoon tevreden Pieter Post, zittend op de grote stoel van de basisschooldirecteur.

De kamer van de directeur is netjes. De opgezette vos die naast zijn bureau staat heeft hij net uitgebreid aan Mads laten zien. “Die woont in het bos,” waren de woorden van mijn peuter. “Aan zijn hersenen mankeert niks,” merkt de vriendelijke directeur op. Ik knik zo neutraal mogelijk, maar kan een trotse lach niet onderdrukken.
Er volgt een heel volwassen gesprek over onderwijssystemen, waarden en normen, de grootte van de klassen en de resultaten van de onderwijsinspectie. Een gesprek dat voelt als op audiëntie gaan bij de koning.

Het project ‘vind-de-perfecte-school-voor-Mads’ is begonnen. Alhoewel er waar wij wonen niet echt wachtlijsten zijn, leek het me toch wijs op tijd te beginnen. Een slimme meid is op de toekomst van haar kind voorbereid, zullen we maar zeggen. Er zijn zoveel scholen. Het aanbod is groot, de verschillen zijn nog groter. Hoe vind ik de school die het beste past bij mijn slimme, maar gevoelige, temperamentvolle, ondernemende jochie. Een school vinden waar met al zijn eigenschappen rekening gehouden wordt voelt als een belangrijke missie. Dus besloot ik dit grondig aan te pakken. Het laatste wat ik wil is achter het net vissen. Ook al zijn er nu geen wachtlijsten, zal je zien dat ik straks in de zomervakantie toegewezen ben op de enige school die ik niet zie zitten, daar aan de andere kant van de stad. Dat kan de control freak in mij niet aan.

Met opgestroopte mouwen maakte ik een eerste lijst van scholen die me wel wat leken. De docent in mij maakt mij extra kritisch. Alsof ik verstand heb van basisonderwijs. Vandaag school één van het lijstje.

“We gaan even kijken of het een leuke school is voor jou, voor als je straks vier wordt,” antwoordde ik toen hij vroeg wat we gingen doen. Hij is bijna drie en wordt groot. Praat onderweg op de fiets honderduit over de dingen die hij meemaakt. Telt tot tien. Het is een kleuter in wording en oh, oh, oh, wat vind ik het stoer dat hij ‘straks’ naar school gaat.

Na het gesprek met de directeur lopen we de school nog even door. Mads rent vooruit, hij heeft het kleuterlokaal gespot. Hij wordt warm onthaald door de allerliefste kleuterjuf. “Hé vent. Wil jij misschien met de garage spelen?” is haar openingszin. Twee grote verliefde ogen kijken haar aan. Vanuit zijn tenen klinkt een “JAAAAA!”. Aan haar hand huppelt hij mee de klas in, om zichzelf vervolgens te verliezen in zijn spel met auto’s, bussen en vrachtwagens.

Na tien minuten rent hij als een jong veulen diezelfde gang weer door richting uitgang. Een veulen dat de wei in wil. En niet in de stal wil worden opgesloten. Ik besef hoe ik zelf de tijd vooruit probeer te duwen, terwijl hij nog lang niet zover is. Hoe kon ik zo stom zijn om te denken dat hij mee zou willen gaan naar dit gesprek? Hij is misschien wijs, maar ook pas bijna drie. Spelen is het enige wat nu telt. School gaat hem nog lang niet krijgen.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

2 Reacties

  • Reageer Saphira 4 december 2016 at 10:19

    Oeeeh… die drang he?
    Hele lijsten heb ik gemaakt, om alle scholen uit de omgeving eens kritisch te kunnen bekijken. Ik zou het bijna kunnen bundelen.
    Alle verschillende soorten cijfers kwamen erbij kijken, ik leek even te vergeten dat alle scholen 10 kilometer rijden zijn, of meer, op die ene na.
    Die ene die ik ongeschikt vond, te klein vond, die ik ouderwets en te dorps vond. Op de hoek van onze straat. Dus. Volgende maand mag hij daar beginnen. En ik hoef er geen meter voor te rijden. Er komt daar elk jaar een klas vol 12 jarigen goed terecht, dus zal het met ons kind ook vast wel goed komen toch?

  • Reageer Fransje 26 april 2017 at 07:17

    Superleuk om te lezen. Ik heb hetzelfde meegemaakt met onze twee jongsten. Toch, als ik het zo terugkijk dan denk ik dat vooral de interactie met de andere kinderen in de klas voor mij echt de doorslag heeft gegeven of ik een school wel of niet koos. Hoe de kinderen zich in de klas bewegen zegt veel over de ruimte die ze geboden worden en hoe zij zich ontwikkelen daar. Toen ikzelf op een basisschool in Amsterdam Oud-Zuid zat, heel lang geleden, was iedereen heel ‘vrij’. Ook een beetje de hippietijd natuurlijk. Maar mijn moeder zegt altijd dat ik het zo leuk had daar 🙂

    http://www.instituutschreuder.nl

  • Laat je reactie achter