‘Weet je wat je zou moeten doen? Minder dierlijke producten eten en drinken.’
‘Je moet die telefoon gewoon een paar dagen van je zoon afpakken. Als je niet strenger wordt loopt hij over je heen.’
‘Die epileptische aanval komt door stress. Doe het wat rustiger aan.’
‘Ik zou gewoon door blijven werken als ik jou was.’
‘Omdat jij gespannen bent, slaapt je dochter zo slecht.’
Het is een greep uit de adviezen die ik de laatste tijd kreeg. Ze werden niet gegeven omdat ik had gevraagd: ‘mijn dochter slaapt zo slecht, heb jij een tip?’ Of: ‘ik weet niet meer wat moet doen aan het overmatige telefoongebruik van mijn zoon, heb jij een idee?’ Ik had er wel open en eerlijk over verteld. Ik had mijn twijfels gedeeld over het waarom van mijn gezondheidsproblemen. En behalve aan artsen (oké en aan Google) had ik niemand gevraagd hoe ik ze kon oplossen.
Ik weet dat het goed bedoeld is. Dat mensen graag willen helpen, willen laten weten wat bij hen werkt en daarom delen hoe zij iets zien. Maar het heeft op mij een omgekeerd effect. Ik klap ervan dicht en krijg het gevoel dat het mijn eigen schuld is dat mijn dochter drie keer per nacht naast mijn bed staat. Dat mijn gezondheid hapert. Dat mijn oudste nogal veel temperament heeft. Ik heb iets niet goed gedaan.
In onze maakbare meningenwereld is voor veel dingen een oplossing te vinden, maar nog steeds is ook heel veel niet te voorkomen of te genezen. Soms word je toch ziek ook al eet je elke dag supplementen en bakken onbespoten groenten. Een miskraam heeft vaak geen reden, zwanger worden kun je niet afdwingen, de dood kan onverwacht je leven binnen komen denderen, het karakter van je kind kun je niet boetseren.
Ik herken de neiging om iets op te willen lossen trouwens maar al te goed. Ook ik wil graag dingen verklaren, vertellen wat volgens mij goed zou zijn om te doen. Maar tegenwoordig probeer ik mijn tong af te bijten. Dat kost me vaak meer moeite dan mijn mening geven, en het lukt me niet altijd. Soms zeg ik tegen mijn man dat hij zich niks aan moet trekken van een akkefietje op zijn werk, terwijl hij het alleen maar even kwijt moest. Onderbreek ik het verhaal van mijn achtjarige om te zeggen dat ze dat klierende klasgenootje gewoon moet negeren. Adviseer ik een vriendin die zich hardop afvraagt of ze het wel goed doet dat ze haar kind lekker met rust moet laten. Verdorie, denk ik daarna. Waarom wijs ik iemand de weg? Duw ik een richting op als ik weet dat er vooral behoefte is aan een luisterend oor en een schouder? We willen allemaal vooral gehoord en gezien worden. Dat onze twijfels, pijn en verdriet er mogen zijn. Al struikelend zelf proberen, voelen, bedenken wat het beste is.
Het is misschien een mooie uitdaging voor de laatste weken van 2019. Elke keer als iemand vertelt over een worsteling met haar kinderen, met zichzelf, met haar partner, familie, werk en je wil haar helpen, probeer haar dan niet op te beuren. Vertel niet wat jij zou doen. Wat jij denkt dat het beste is. Ga in plaats daarvan naast haar zitten. Sla een arm om haar heen. Leg je hand op die van haar. Vraag haar of ze wil vertellen hoe het voelt. Luister. Vraag wat ze nodig heeft. Dat ze zichzelf mag vertrouwen. Dat ze er mag zijn.
En ja. Dit is een advies. Dat ik zelf op ga volgen.
1 Reactie
Dit zit ook zó ingebrurgerd in de nederlandse cultuur. Ik ben een halve belg en in België krijg ik toch minder vaak ongevraagd advies. Maar als ik dan langere tijd in Belgie ben mis ik weer het directe en zelfs het ongevraagde advies van menig nederlandse vriendin, collega, mede ov reiziger 😉