Onze single mom Lisa twijfelt of ze er goed aan doet om een kinderfeestje te organiseren voor haar gevoelige zevenjarige. Het antwoord blijkt eenvoudiger dan ze had verwacht.
‘Maar je moet jezelf afvragen, wíl hij überhaupt wel een kinderfeest?’ klinkt er aan de andere kant van de lijn. Ze heeft me even stil, onze gezinscoach die alles zegt wat ik al weet, maar als zij het zegt dan neem ik het van haar aan. Aan mijn hoeveelheid pedagogische inzichten ligt het niet, alleen blijf ik meestal hangen in de uitvoering ervan. Als zij zegt, ‘doe dat en dat,’ dan doe ik dat. Zo belde ik haar nu ook voor advies en sloeg zij zoals altijd de spijker op z’n kop.
‘Tja. Dat is een goede vraag,’ mompel ik.
Zijn verjaardag liep allesbehalve gesmeerd, dus hoe blij maak ik hem met het erachteraan knallen van een kinderfeest. Omdat dat leuk is. Omdat dat leuk zou moeten zijn. Vinden wij ouders. En bij die laatste twee zinnen gaat het mis.
Want wat nou als je jarig bent, en je jarig zijn associeert met blij zijn, maar je op die dag helemaal niet blij bent?
Enfin, eenmaal het juiste moment gevonden stel ik de zevenjarige de vraag: ‘Wil je wel een kinderfeest?’ Hij kijkt me niet eens verbaasd aan en komt naast me zitten.
Hij zegt dat hij dat wel wil. Maar dan met precies dezelfde kindjes als vorig jaar. En ook weer die eindeloze bingo, zoals vorig jaar. En hij wil weer dezelfde cake versieren, met dezelfde versiersels als vorig jaar. En hij hoopt dat Benjamin dan weer met zijn neus in de slagroom duikt, want dat was vorig jaar ook. En daarna wil hij buiten rondjes fietsen, oja en die speurtocht van vorig jaar doen. Maar hij zegt er wel bij dat ik dan de schat op dezelfde plek als vorig jaar moet begraven. En tot slot, pizza’s versieren en opeten, net als vorig jaar.
Ik luister aandachtig en doe mijn best niet te lachen omdat dit antwoord zo voorspelbaar is. Ik weet de komende jaren hoe hier de kinderfeesten uit gaan zien, en hé, die duidelijkheid is eigenlijk best relaxed.
Geen reacties