Lees

Niks gewoons aan

Het is elke werkdag dezelfde routine. Opstaan, ontbijten, kleren aan, jas en schoenen aan en naar buiten. De fiets op of de auto in. De ene keer gaat het zo soepel als de dansende heupen van een schone Braziliaanse, de andere keer lijkt het meer op het uitlopen van een zware triatlon. Nu Jesse heeft ontdekt dat nee zeggen veel leuker is dan ja doen, is hem in een fietsstoel of autostoeltje krijgen een uitdaging op zich. En als Mads ook maar één druppeltje dauw op de autoramen ziet, dan wordt de hele auto grondig geïnspecteerd en wordt er ijverig gewerkt om het raam schoner dan ooit te krijgen. Dat dan na al het kunst- en vliegwerk rondom het aankrijgen van al die kledingstukken. En als we dan eindelijk bij de auto staan, trippelt de hond irritant rondjes om ons heen. Omdat zij moet plassen.

Het is zo’n routine voor ons. Met z’n allen de deur uit, kids op de fiets of in de auto en degene die dan niet aan de beurt is om weg te brengen wandelt een rondje met de hond. Maar voordat dat kan, moet er gezoend en gezwaaid worden. “Goed werken hè,” roept Mads tegenwoordig voordat de autodeur dichtgaat. 

Vandaag had ik de honden-uitlaat-beurt. Ik geef de jongens een kus en aai Mads over zijn bol terwijl hij de achterruit bewerkt met een raamtrekker. “Anna moet plassen dus ik ga lopen. Veel plezier vandaag lieverds!” roep ik terwijl ik mij omdraai. “Daaahaag mama!” roept Mads heel lief terug. 

Daaahaag mama. Die twee simpele woorden blijven resoneren in mijn hoofd. Samen met zijn lachende bekkie creëren ze kriebels in mijn buik. En terwijl ik omhoog zweef op een onverwachte roze wolk, werpt een onverwachte donderslag mij net zo hard weer naar de grond. Want hoe simpel die twee woorden ook zijn, iemand die mij lief is zal ze nooit van haar eigen kindje horen en de vertederende lach die erbij hoort nooit zien. Omdat ze het kindje onlangs heeft moeten laten gaan voordat het überhaupt in haar armen heeft kunnen liggen. En dat doet mij meer pijn dan ik dacht. Het maakt me boos. En het breekt mijn hart. 

Vechtend tegen de tranen loop ik verder. Wat een geluk hebben wij met onze jongens. Hoe dankbaar mogen we zijn voor hun leven. Wat een wonder is het als een zwangerschap en bevalling goed gaan. Dat is niet vanzelfsprekend. Wat is het mij eigenlijk veel waard om elke keer die triatlon weer uit te lopen. Als het zou helpen, loop ik er voor haar nog drie extra, hoe pittig ik het moederschap soms ook vind. Want ook al weet ik niet hoe het voelt om een kind te verliezen, ik weet wel hoe voelt om er twee om mij heen te hebben. Het is een voorrecht. En daar is niks gewoons aan.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

4 Reacties

  • Reageer Niks gewoons aan | Power to the Mama's 9 juli 2017 at 06:02

    […] Deze column van mij verscheen vandaag ook bij de Club van Relaxte moeders. […]

  • Reageer Sarah 9 juli 2017 at 09:01

    Mooi verwoord en zo waar. Had onlangs een gesprek met iemand die haar kindje verloor na 6 maanden zwangerschap. Had een goed gesprek met haar en vergat haar de naam van haar kindje te vragen. Die vraag blijft in mijn hoofd spoken en zie haar dagelijks op het werk, maar durf het niet… schrik voor de reactie want deze kan beide richtingen uit, ik zou haar overstuur kunnen maken, maar het kan haar ook goed doen…

    • Reageer Petra 9 juli 2017 at 11:00

      @Sarah, als je al een geprek met haar hebt gehad, zal het haar heel goed doen als je dat vraagt. En indien nodig een dikke knuffel daarna. Zwijgende mensen om je heen doet meer pijn dan af en toe een confronterende vraag.

  • Reageer Anita Groot 9 juli 2017 at 11:10

    O zo herkenbaar. Het is inderdaad niet vanzelfsprekend, je eigen kindje. Weet er alles van na 6 miskramen en 1 volledige zwangerschap met ’n pracht dochter als resultaat.

  • Laat je reactie achter