Lees, Peuter

Hoed

Ja, ja we weten het heus wel. Dat kinderen alles op hun eigen tijd doen. Lopen, praten, hun billen afvegen… En dat vinden we ook allemaal prima natuurlijk. Maar toch, als ze niet helemaal volgens het gemiddelde lijntje gaan, dan zou je bijna gaan twijfelen. Daarover schreef Els een blog. 

Fleur heeft een taalachterstand. Zo, dat is eruit. Wat een rotwoord. Een beetje zoals duwen op een blauwe plek. Ik stop het liever weg. Ze is zindelijk, kan koprollen en zwemt al stukjes zelfstandig, maar het consultatiebureau vindt het nu toch echt tijd dat ze gaat praten. De woorden moeten nu zinnen worden. Maar er zijn nog niet zo veel woorden. “Lezen jullie wel voor?” Ja, elke middag en avond voor het slapen. Vaak ook meer dan één boekje. “Jullie praten wel gewoon met haar, toch?”

Het wringt. De constatering van het consultatiebureau. Want eigenlijk maakte ik me er zelf niet zo veel zorgen om. Althans, dat dacht ik. Fleur begrijpt alles en weet extreem goed duidelijk te maken wat ze wil. Soms met een woord, vaak met een “ja” of een “nee” (of een “neeheeee”), maar meestal pakt ze mijn hand en neemt ze me mee naar de keuken en wijst ze “die”. Of ze haalt een stoel, klimt erop en pakt gewoon zelf waar ze zin in heeft. Toch sta ik bij elk nieuw woord te juichen. De “blblblaam” (banaan) is onze favoriet. Ze steekt hierbij haar tong zo ver mogelijk naar boven uit haar mond. De hele familie vindt het geweldig. Dus staan er nu overal bananen voor haar klaar, terwijl ze zelf via WhatsApp iedereen spraakberichten verstuurt waarin ze toch duidelijk (tot vervelens toe) aangeeft dat ze liever “abei” heeft.

“Hut, hut,” zegt Fleur sinds vandaag. Een nieuw woord! Ze wil per sé haar muts op. Muts, hoofd, het is HOED! Het carnavalsfeest heeft zijn vruchten afgeworpen. Onderweg in de auto hebben we een goed gesprek over hoeden. “Wat heb jij op je hoofd?” “Hoed. Hoed. Hoooeed!” “En heeft mama ook een hoed?” “Pff nee.” “Heeft papa een hoed?” “Neehee.” “Wie heeft er een hoed?” “Deur.” Ze wijst naar zichzelf. “En opa? Heeft opa een hoed?” “Jaaaaa!” Tuurlijk heeft opa een hoed. Met opa’s hoed mag ze altijd spelen. En zo praten we nog even door over hoeden. Tot we op de peuterspeelzaal zijn, zo’n twintig minuten later.

Daar aangekomen wordt ze verwelkomd door haar vriendinnetje Lente met een hele duidelijke “Hallo Fleur”. Lente is net drie, ruim een half jaar ouder dan Fleur. Als Fleur drie is praat ze vast ook zo goed. Maar Ivan vertelde op zijn tweede verjaardag al moppen, zeurt een drammerig stemmetje in mijn hoofd. En Wesley…

Als Fleur en ik ’s avonds thuiskomen bij Frank, haal ik trots de muts tevoorschijn en roept Fleur “hut”. Ik blij, Frank blij, Fleur blij. En tijdens het avondeten, terwijl “Eppi” (Elfi) in het wipstoeltje op tafel aandachtig zit te luisteren, praten wij over hoeden, aardbeien, bananen en een ei. Laat anderen maar zeuren. Wij zijn trots op elk woord van onze lieve “Deur”! Dat praten komt echt wel. En tot die tijd zetten we gewoon een muts op aan tafel.

imageEls Dillerop

Els is moeder van Fleur (2) en Elfi (0) en getrouwd met Frank. In haar vrije tijd is ze docent Frans, vertaler en tekstschrijver.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

21 Reacties

  • Reageer Sabine 16 februari 2016 at 19:21

    Het klinkt alsof ik ons eigen verhaal aan het lezen ben! Onze zoon Djayden, 2.5jaar, heeft ook een achterstand. Ook enkele woordjes, en ja dat is de laatste 3 maand toch wat meer geworden (super trots natuurlijk!!) maar ook hier de gesprekken met cb al erover gehad. Met een schat van een arts die ons doorgestuurd heeft naar een logopedist, waar we nu 1 keer zijn geweest en wat ons wel beviel!

    Ook zijn wij het natuurlijk aan het vergelijken met onze oudste, bijna 4, en die was inderdaad ook al zulke verhalen aan het vertellen op deze leeftijd. Dat maakt je als ouder ontzettend kwetsbaar en je trekt alles in twijfelen. Hebben we er genoeg tijd in gestopt, want ook hier zijn er elke avond minstens 3 boekjes, want zoonlief vind het fantastisch! En overdag proberen we het toch echt bij 1 te houden haha. Maar Misschien toch met een tweede minder tijd ervoor gehad, of noem maar op. Als ouder ga je twijfelen.

    Nu loopt onze zoon altijd met zijn mond open, en na een bezoekje bij de kno arts blijkt dat zijn neusamandelen eruit moeten en dat er dan zelfs een kleine kans is dat het praten dan een boost krijgt, want zoonlief kan dan beter door zijn neus ademen (hopelijk).. Nadat dit allemaal is geweest vervolgen wij weer het traject bij de logopedist via het cb.

    Maar heel eerlijk, vandaag kwam er een nieuw woordje bij.. “Jojo” oftewel dropjojo! En wat kan je dan stralen, en dan sta je met zijn viertjes te juichen en te klappen want ‘Djayden kent een nieuw woordje, hoera!!!’ Het maakt ons niks uit of hij nu al goed praat of niet, wij begrijpen hem overduidelijk. Op de peutergroep is het soms wat lastiger, maar ook zoals jij zegt, hij legt het dan wel op een andere manier uit. En stiekem, ben ik super trots op mijn pientere mannetje, want ik vind het mega creatief hoe hij het zonder de woordjes allemaal toch maar weer zo duidelijk uitlegt.

    En dan die gesprekjes.. Het smelt mijn hart! Ik ben blij dat we toch wel door gaan naar een logopedist, want ik zou het vervelend vinden voor hem als hij straks naar de basisschool gaat en dan met een spraak achterstand zit. Maar tegelijkertijd, vind ik het prima zo. Hij hoeft niet zo snel groot te worden 😉

  • Reageer Corrie Wieman 16 februari 2016 at 19:29

    Hoi Els, Maak je alsjeblieft geen zorgen: het praten komt echt wel, wanneer, dat zal de tijd leren. Waarom moeten altijd alle kindjes de kunsten van het leven op een vastgestelde leeftijd kunnen? Ze hebben allemaal hun eigen tijd voor alles, geniet van ze zoals ze zijn!

    • Reageer Pim 17 februari 2016 at 12:35

      Kinderen HOEVEN dingen niet op een vastgestelde leeftijd te kunnen, het is juist andersom: het blijkt dat de meeste kinderen iets op een bepaalde leeftijd kunnen (en daarbij worden ruime marges aangehouden). Als een kind daarbuiten valt, is dat een SIGNAAL dat er wellicht iets niet goed verloopt. Je zou dan kunnen nagaan of daar een oorzaak voor is en misschien tijdig in kunnen grijpen.
      Als je met klachten naar de dokter gaat, zou je het dan op prijs stellen als die dokter zou zeggen: dit is inderdaad niet normaal, maar u heeft blijkbaar uw eigen tijd, geniet gewoon van hoe u bent?

  • Reageer Wendy 16 februari 2016 at 19:34

    Joh, mijn zoon haalde op zijn tweede maar net genoeg woordjes op de scorelijst van het consultatiebureau. En op zijn vierde had hij een enorme taalvoorsprong . Het klinkt of Fleur snel genoeg is, qua zindelijk en zwemmen en je kunt nou eenmaal niet alles tegelijk. Maar gelukkig zie je dat zelf ook.
    We zijn een beetje doorgeslagen in het meten tegenwoordig. Jammer.

  • Reageer Alex Boon 16 februari 2016 at 19:46

    Nou. Superrelaxed hoor.

    Vooral ook niet even advies vragen aan de logopedist. Al was het alleen maar om dat stemmetje in je hoofd het zwijgen op te leggen en bevestigd te worden in je idee. En om te horen dat het consultatiebureau inderdaad wat te snel met de diagnose taalachterstand is gekomen.
    Alles komt toch goed. Signalen zijn er om te negeren. Nooit je intuïtie volgen.

    Maar goed. Ik ben dan ook van de clubvanopgefoktevaders.

    • Reageer Patries 17 februari 2016 at 00:25

      Want? Waarom moet tegenwoordig ieder kind bij iedere scheet onderzocht worden? Waarom moet er bij iedere vertraging of afwijking van de norm een blik hulpverleners worden los getrokken?
      De gemiddelde leeftijdsverwachting van vrouwen is 82,8 jaar, dus we gaan er dan ook maar vanuit dat “Deur” nog 80 jaar te gaan heeft. Ik denk dat Fleur dan nog tijd genoeg heeft om correct te leren praten. En we hoeven niet allemaal een taalwonder te
      zijn.
      En Els volgt juist haar intuïtie, het komt wel goed met “Deur”.

      • Reageer Pim 17 februari 2016 at 12:41

        De werkelijkheid is toch wel iets genuanceerder. Als hulpverlener kun je soms ook heel goed onderbouwen dat een achterstand geen reden tot zorg is en dat die wellicht vanzelf goed zal komen. Maar helaas: niet elk kind ontwikkelt zich helemaal vanzelf in alle opzichten helemaal goed. En ‘Deur’ zal er heus niet blij mee zijn als ze op haar 18e nog steeds niet goed praat, omdat papa en mama vonden dat ze nou eenmaal geen taalwonder hoeft te zijn. In werkelijkheid raken kinderen soms al vroeg gefrustreerd als ze zich niet voldoende verstaanbaar kunnen maken.

  • Reageer Maja 16 februari 2016 at 19:56

    de jongste van mijn zus en mijn zoontje zijn ongeveer even oud, het neefje was snel in lopen en die van ons snel in praten. Het was op die leeftijd zo grappig om die samen te zien spelen. Neefje liep weg met speelgoed en zoontje bleef op zijn poep zittend uitleggen waarom dat niet mocht 🙂 Ieder zijn ritme hé!

  • Reageer Sandra van Kouwen 16 februari 2016 at 19:57

    Echt toeval bestaat niet! Vandaag de logopediste gebeld om een afspraak te maken voor onze Mats (4,5), hij gaat iedere dag ‘pnassen’ ipv plassen, heeft het over ‘Mats’ ipv ‘ik’ (‘mag Mats een ijsje?’) en plaat (praat 😉 wat onduidelijk en korte zinnen, maar oh wat zijn die korte zinnen schattig en wat is die ‘l’ ipv de ‘r’ lief!. Maar goed, niet goed genoeg voor op de kleuterschool, dus op naar de logopedist…

  • Reageer Zomaar een mama 16 februari 2016 at 20:07

    Wij gaan niet meer naar het consultatiebureau. De reden is hoofdzakelijk omdat ik van dat meten af wil. Ik geef hier niet alleen het bureau de schuld van, want het is er bij mij helaas net zo hard ingeslopen. Maar het is uiteindelijk berust op angst voor ‘anders zijn’ in mijn ogen. En laat dan nou juist één van mijn kernwaarden zijn. Dat we mooi zijn, omdat we zo anders zijn! Onze middelste is nu ruim vier en nog niet zindelijk. Het is een stormachtige weg van frustratie afgewisseld met rust. In mijn ideaalbeeld kunnen we het helemaal loslaten wanneer het komt en letten we gewoon goed op zijn signalen om te weten wat hij op dat moment nodig heeft. Vaak lukt dit. Maar dan komt dat duivelse meten weer. Ik stel me voor dat we er later op terugkijken als prachtige les die we gehad hebben om te leren loskomen van ‘het gemiddelde kind’, van ‘hoe het hoort’ en het leren écht naar je kind kijken en van hem houden precies zoals hij is op dat moment. Dat is eigenlijk heel waardevol. En dat mogen wij meemaken!

  • Reageer Marlie 16 februari 2016 at 20:24

    Kijk eens op de website van de Koninklijke Auris Groep, http://www.auris.nl. Ik ben logopedist en werk bij Auris bij de afdeling Vroegbehandeling: mijn collega’s en ik komen op peuterspeelzalen/kinderdagverblijven om op een speelse manier kinderen bij wie de taalontwikkeling niet vanzelf gaat te begeleiden.
    Ik zeg niet dat dat voor ieder kind nodig is, en al helemaal niet dat dat voor ieder kind de beste oplossing is, maar dan weten jullie in ieder geval dat er zoiets bestaat.

    Oh, en zieltjes winnen: nee hoor. We hebben meestal een wachtlijst….

  • Reageer Rianne 16 februari 2016 at 20:51

    Ik snap het eerlijk gezegd niet helemaal. Een taalachterstand? Ze is 2,5 jaar… Wat verwachten ze dan bij dat consternatiebureau? Dat ze: “Als het u niet ontrieft , zou ik dan eventueel een koekje mogen?” zou zeggen ipv: “Ikke koekie?”. Echt sorry hoor, wat een nare zeikerds daar. Maak je alsjeblieft niet druk! Het ene kind is sneller in het 1 en het andere kind is sneller in iets anders. Je kunt het stimuleren, maar dat doen jullie dus al. De rest is aan het kind. Wat in mijn ogen echt belangrijk is, is een kind niet het gevoel te geven dat het niet goed genoeg is. Ze kan met 2,5jaar al koprollen en zwemmen? Motorisch is ze dus de rest ver voorbij! In ieder geval die van mij hahaha! Doe “Deur” (Fleur) de groetjes van Dido (Guido) en Toeit (Sjoerd) 🙂

  • Reageer Mel 16 februari 2016 at 20:58

    Mijn zoon word bijna 4 en heeft een taalontwikkelingstoornis. Hij heeft een prima iq maar het praten probeert hij wel maar het wil niet. Hij gaat nu negen maanden naar de taaltrein. Wat onderdeel is van kentalis. En hij gaat met sprongen voor uit. Ik heb ook allemaal uitspraken over mij heen gekregen. Van het komt wel goed. Maar ook achter onze rug om . Van ja als ze even wat meer tijd aan hem besteden. Terwijl ik hem al vanaf 2 en half jaar 4 dag delen naar de peuterspeelzaal heb gedaan. Vooral om zijn spraak en zijn frustratie. Maar de spraak werd niet beter. Toen heb ik 3 maand voor zijn derde verjaardag de logopedist gevraagd. En toen hebben we dit in werking gesteld. Mijn mening is volg gewoon je eigen hoofd. Ik ben blij met mijn beslissing. Ik heb nu een jochie die veel beter in zijn vel zit en veel meer praat dan voor heen.

  • Reageer Anne 16 februari 2016 at 22:12

    Hier ook een logopedist. En nee, ik praat niet voor eigen parochie. Wachtlijsten genoeg. Maar ik wil wel het volgende kwijt. Ik lees veel “dat praten komt nog wel”, “al dat meten en in hokjes duwen”. Er zijn nu eenmaal kinderen die moeite hebben met een taal leren. En nee, dat komt dan niet omdat ouders niet talig zijn of nooit/niet genoeg voorlezen. Soms is er geen aanwijsbare oorzaak te vinden. Maar het niet mee willen gaan in het traject omdat je vindt dat je kind ook kind mag zijn en in zijn eigen tempo mag ontwikkelen gaat niet altijd op. Veel kinderen met een gemiddeld IQ en gemiddeld taalbegrip laten juist veel frustratie zien als ze precies weten wat ze willen zeggen maar het niet kunnen zeggen. Wil je dat dan voor je kind? Er zijn veel richtlijnen en gemiddelden. Maar er is ook een spreiding. Daar wordt rekening mee gehouden in de diagnostiek: er is een spreiding van het gemiddelde. Ik sluit mij volledig aan bij mijn collega van Auris en de ervaringsdeskundige moeder met haar kindje op de taaltrein (ik werk zelf overigens bij Pento audiologisch centrum).
    En in het geval van Fleur zou ik toch ook wel benieuwd zijn naar het gehoor. Succes met de taalontwikkeling b

  • Reageer marlies 17 februari 2016 at 00:20

    Ach, mijn jongste heeft 3 jaar vrijwel alles aangeduid met “hush” en is daarna als een speer gaan kletsen en nu verlangen we soms wel eens terug naar de rust van toen; nu staat z’n kwebbel de hele dag niet stil. Zal met jouw kindje ook wel helemaal goed komen; laat je niet gek maken.

  • Reageer Eline 17 februari 2016 at 04:55

    Alert maken mag… Maar je wordt er soms wel onzeker van. Ik hou ervan dat je idd ook op je eigen intuïtie vertrouwd. We hebben 3 kinderen in verschillende leeftijd en mijn middelste (en jongste van 2,5) heeft en hadden het ook. Mijn middelste heeft in groep 3 een voorleeswedstrijd gewonnen en is al avi uit; dus zo belangrijk was die achterstand….
    Ik denk dat je het vanzelf wel duidelijk wordt of het wel of niet klopt, maar vind dit niet verontrustend. Ps:ben ook trots op de ‘Naan'(banaan) van mijn zoontje!

  • Reageer Judith 17 februari 2016 at 16:25

    Ook onze oudste was laat met praten; maakte zich prima begrijpbaar, maar verstaan was toch veel lastiger. Via logopedie (vanaf 2,5), kno (buisjes) en audiologisch centrum kwamen we via het schisisteam op “een te kort zacht gehemelte” (dan kun je geen druk opbouwen bij het spreken en wordt het slecht verstaanbaar). Hij was toen bijna 4…
    Na operatieve verlenging ging het met sprongen vooruit! Onderwijs op de Taalbrug was daarvoor wel noodzakelijk (en goed).
    Ik vind het wel erg jammer dat we zijn “brabbels” niet hebben verstaan en ook de grappige versprekingen (die we van zijn broertje wel hoorden) gemist hebben. En wat is het fijn om uit te kunnen leggen aan anderen wat er aan de hand is (Want je ziet ze denken “alles wel oké in die bovenkamer?”)
    Er zijn dus veel verschillende ervaringen.
    Meten om het meten is niet nodig. Maar wel nuttig om eens te weten waar je kind staat in zijn/haar ontwikkeling en om je dan af te kunnen vragen “ieder zijn tempo en talent of is er mogelijk wel meer actie nodig “.
    Succes voor iedereen met alle vragen, uitdagingen en onzekerheden. Volg je gevoel en laat je niet afleiden door wat anderen erover zouden kunnen vinden. Het gaat om JOUW kind.

  • Reageer Janine 17 februari 2016 at 21:05

    Hoi. Wij wilden dat ook denken: hij is goed zoals hij is. Kan hij alleen ‘kraai’ zeggen? Lekker belangrijk, hij kan ons toch duidelijk maken wat hij wil? En hij is toch blij en vrolijk en nooit gefrustreerd? Toch bleef ik het gek vinden, een kind dat alleen ‘kraai’ kon zeggen toen hij 2,5 was. Dus liet ik het tussen neus en lippen door toch eens vallen bij de kinderarts waar hij, voor heel andere dingen, onder controle was. Die stuurde mij echter direct door naar de KNO-arts en wat bleek? Chronische oorontsteking en zo doof als een kwartel! Een week later buisjes in zijn oren, en twee weken later waren we tientallen woorden verder!
    Je kind hoeft niet in statistieken te passen, zeker niet. Die statistieken zijn juist bedoeld om een richtlijn te bieden in wat al mogelijk zou kunnen zijn op een bepaalde leeftijd. En als zonder aanwijsbare reden een behoorlijke afwijking gevonden wordt, is het goed om uit te sluiten of er echt iets aan de hand is. Is dat niet zo? Leven en laten leven. Is dat wel zo? Wees dan blij dat die statistieken er waren om jou erop te wijzen, zodat je preventief in kunt grijpen. Hoe langer dit duurt, hoe groter de achterstand wordt die ingelopen moet worden. Geef je kind een kans op het consultatiebureau. Daar is het voor, en nergens anders voor.

  • Reageer M 17 februari 2016 at 22:02

    Normaal geef ik nooit een reactie, maar deze keer moet ik wel. Hier ook een moeder van een kind met een taalontwikkelingsstoornis. Ik maakte me nooit zorgen, maar er bleek wel degelijk iets ernstigs aan de hand te zijn. Opmerkingen als ‘het komt wel goed’ doen dan veel pijn. Mijn zoontje is nu vier en praat na een jaar intensieve behandeling bij Kentalis onverstaanbaar, maar hij praat (hij kon tot 4 maanden geleden geen woord zeggen)! Hij gebruikt gebaren om zichzelf duidelijk te maken en is een vrolijk kind. We zijn trots op hem en zo dankbaar voor alle professionals die hem zover gekregen hebben.
    Dus ja, het komt wel goed, misschien wel helemaal vanzelf, maar misschien is er wat hulp bij nodig.
    ‘Het komt wel goed’ durft nu niemand meer te zeggen als ze ons zien gebaren. Men schrikt als ik uitleg wat er met hem aan de hand is. Maar op het eind ben ik nu degene die zegt ‘het komt wel goed met hem’.

  • Reageer heleen wielders 18 februari 2016 at 07:01

    Heel herkenbaar allemaal! Onze Mick sprak tot zijn 2de verjaardag slechts met die, dat en babba. Babba was zowel mamma, pappa als grote broer…De oudste babbelde er al vroeg op los dus ook wij dachten ‘huh’?
    Maar hoewel hij niet veel sprak, merkte ik aan alles dat hij ons heel goed snapte. Ik maakte me geen zorgen want verder ontwikkelde hij zich prima.
    Langzaam kwamen er woordjes bij, hij ging naar de peuterspeelzaal en daar verstond men hem ondanks dat hij letters oversloeg en de R niet kon. Eenmaal op de basisschool is hij naar de logopediste gestuurd omdat hij blijvend een aantal dingen niet kon uitspreken. De lettercombi’s zoals is S-p-ort en s-ch-ool en k-n-oop bleven lastig en alle ridders waren nog Liddels, die R…
    Eenmaal bij ‘praatjuf” of volgens hem pLaatjuf ging het heel snel. Hij pikte de oefeningen snel op, en na 2 keer vertelde de logopediste dat ze nog nooit zo’n snel en slim kind had gehad in haar spreekkamer! Ze testte zijn woordenschat: het paste niet op het lijstje, hij kon veel meer dan bij zijn leeftijd hoorde!
    Nu is hij 6 en spreekt duidelijk, veel, en met moeilijke woorden!

    Geen zorgen, het komt vast wel goed. Ik zei altijd tegen mensen die vragen “o is hij nog steeds niet zindelijk/aan het praten/bij jullie aan het slapen/aan de borst (van die dingen die we kennelijk allemaal ‘op tijd’ moeten doen): Het komt vast wel goed voor dat hij 18 is!
    Succes met Deur, uh Fleur!

  • Reageer Bootje 13 november 2016 at 13:31

    Man man man, wat kunnen mensen soms kortzichtig reageren. Hier spreekt ook een moeder met een tos-kindje. Onze zoon is bijna 3 en het enige woord wat hij correct uitspreekt is pip, ja die van woezel. Hij zit op het niveau van een kind van 20 maanden momenteel. Iedereen die hier op reageert met maak je niet druk, hebben jullie er ook overna gedacht dat als je kind een achterstand heeft, het zometeen ook weinig aansluiting op de basisschool zal hebben? En als een kind zich niet op zn plek voelt zal het leren nog moeilijker gaan. En dan spreek ik uit ervaring. Onze zoon was motorisch erg snel en erg sterk, zijn gehoor is perfect maar hij zegt nog steeds geen papa&mama. Daarbij vermoeden ze een stukje autisme en heeft hij driftbuien omdat het communiceren dus niet lukt. Wij zijn erg blij dat het cb ons heeft doorgestuurd begin dit jaar. Nu laten ze ons behoorlijk hangen maar dat terzijde. De logopedist is ook overtuigd dat onze zoon voorlopig beter op z’n plek zal zitten binnen aangepast onderwijs dus zodoende gaat hij naar de dagbehandeling zodra er plaats is voor hem. Ik ben er ook van overtuigd dat alles wel goed komt maar ik wil als zijn moeder hem de beste start mogelijk bieden. Ik ben niet het typ dat onderuitgezakt gaat zitten wachten tot het goedkomt. Ik zorg dat het goed komt. Dus in dit geval maak je inderdaad niet druk, om wat ANDEREN er van zeggen. Als jij voelt dat je wilt helpen, help. Maar neem niet de rol van de hulpverlener op je, daar hebben mensen voor gestudeerd. Wij zijn mama en een plek om bij thuis te komen. Ook erg belangrijk 🙂 toitoitoi met Deur, ze doet me gigantisch aan mijn zoon denken met dr fratsen!;)

  • Laat je reactie achter