Baby, Lees

Het opvoeden is begonnen

“Benja, afblijven. Dat is van mama. Ga maar met je eigen speelgoed spelen.” Hij kijkt me ondeugend aan en zijn arm gaat voor de 362e keer richting de kaarsen op tafel. Maar ik laat me niet vangen en blijf ook de volgende 86 keer ‘nee’ schudden. Dan geeft hij op.

Dit blijkt slechts een korte overwinning mijnerzijds te zijn. Als ik even later mijn zusje aan de telefoon heb, tijgert Benja razendsnel naar de lamp, om er heel hard met een blokje op te slaan. Met de telefoon tussen mijn schouder en oor geklemd til ik hem op en plant hem vijf meter verderop ferm tussen zijn eigen speelgoed. Dat had je gedacht, lijkt hij te denken en binnen enkele seconden is hij terug, klaar om de aandacht die hij wil op te eisen. Ik hoor mijn zusje aan de andere kant van de lijn lachen. “Ja Fem, het opvoeden is begonnen,” verzucht ik en hang op.

Die avond zit ik best tevreden over mijn eerste stappen op het opvoedpad op de bank. Op Facebook zie ik dat een vriendin een artikel deelt. ‘Gun je kind ook eens een teleurstelling’ heet het. Getriggerd door de titel open ik de link. Het gaat over ‘curlingouders’. Van die overbeschermende vaders en moeders die alle obstakels voor de voeten van hun kinderen proberen weg te vegen. Ik lees verder. ‘Curlinggedrag’, vaak onbewust en met de beste bedoelingen, komt voort uit het toenemend streven van ouders om hun kinderen tegenslag en teleurstelling te besparen (..) Terwijl ook negatieve ervaringen zorgen voor zelfinzicht, zelfregulatie en empathie met anderen. Het helpt ze om stevige volwassenen te worden. Zo ga ik dus nooit worden, neem ik mezelf stellig voor. Ik denk aan mijn opvoedkunsten van afgelopen dag en ben ervan overtuigd dat dat me gaat lukken.

Maar zoals een wijze man ooit zong: de meeste dromen zijn bedrog. Blijkt diezelfde nacht nog. Net als ik en mijn tevreden gevoel in slaap zijn gevallen, hoor ik geluid uit het kamertje naast mij. Het wordt steeds harder. Gaat over in snikken. Ik weet niet hoe snel ik bij mijn verdrietige mannetje moet zijn en negeer de voice-over van het consultatiebureau die mij probeert te vertellen dat ik hem moet laten liggen. Dat dat de enige manier is om hem te leren zelf weer in slaap te komen. Dat ik de volgende ochtend over mijn eigen wallen struikel doet er niet toe, ik probeer te allen tijde te voorkomen dat hij niet blij is.

“Shit, ik ben bang dat ik ook zo’n curlinggeval word,” beken ik de volgende dag aan vriendin A, die dit soort ouders volgens eigen zeggen uit duizenden herkent. A. geeft les op een hbo. Ze vervolgt: “Kinderen met curlingouders antwoorden op elke vraag over de toekomst “Dat moet ik even aan mijn moeder vragen, die weet wat het beste voor me is.” Maar, voegt ze toe, “mijn studenten zijn rond de twintig jaar, en geen baby’s van tien maanden San.” (*werpt me een veelbetekenende blik toe*)

Ze heeft gelijk. Benja is nog een baby. Een blokkengooiend kind met graaihanden, maar wel nog erg klein. Als babymoeder is mijn taak misschien om voorlopig nog wel even zijn pad te effenen, om hem een veilige basis te bieden. Dat curlingartikel pak ik er wel weer eens bij als zijn ijs dik genoeg is.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter