Baby, Lees

Goed pluis

Het begon allemaal heel vrolijk. Toen de gynaecoloog ons vertelde dat het een jongetje werd. Een jongetje! We hadden nooit gedacht dat we dat ook konden. Maar gedurende de 20-weken echo werd het steeds stiller. ‘Zijn voetje staat een beetje scheef,’ zegt de arts. ‘Dat kan duiden op een klompvoetje, maar dat hoeft niet. Ik kijk er straks nog een keer naar.’ Hij glijdt met de echoscoop over mijn buik en zegt lange tijd niets meer. Geeft dan aan dat hij het hartje niet goed in beeld krijgt. Na een lange stilte zegt hij: ‘ik krijg een niet goed pluis-gevoel bij dit kindje.’ BAM.

Het hele eerste jaar van Teun zijn leven stond in het teken van dit soort verrassingen. Teun was een vrolijke niet al te moeilijke baby, maar dankzij alle controles die hij onderging, ontdekten we dat er van alles met hem was. Hij werd inderdaad geboren met een klompvoetje, bij de uitslag van de hielprik bleek dat hij een ‘dubieuze’ score op de schildklierziekte had, waarna we ook nog hoorden dat hij een fors hartprobleem had. Een half jaar later kreeg hij een helm voor zijn scheve hoofd, wat dan weer leuk stond bij het gipsen beentje om zijn klompvoet te redresseren. Ik had ondertussen ook al lang geen goed-pluis-gevoel meer bij dit kindje. Maar wel een crush op de charmante en positieve kinderarts.

Uttepetutje

Hoe anders was dat bij zijn grote zus, die zes jaar daarvoor met een flinke groeiachterstand vijf weken te vroeg werd geboren. ‘Het is een heel klein uttepetutje,’ aldus de gynaecoloog toen hij de groeiachterstand van de baby in mijn buik ontdekte. ‘Je moet in het ziekenhuis blijven,’ vervolgde hij, ‘tot ze geboren is.’ Ik was rechtstreeks van mijn werk naar de controle gekomen en zo uit mijn mantelpakje de echotafel opgeklommen. Het nieuws dat ik moest blijven kwam rauw op mijn dak. De impliciete boodschap dat het hier een meisje betrof deed mij wel glimlachen.

In plaats van zo lang mogelijk in mijn buik te blijven, besloot dit meisje al twee dagen later dat het beter was er toch uit te komen. Keet werd geboren, anderhalve kilo schoon aan de haak. ‘Ze zal voorlopig nog wel even in de couveuse moeten,’ vertelde de kinderarts ons direct. Ze was de kleinste en dunste van de afdeling en voor ons uiteraard het mooiste op de wereld. Elke dag reden we met vlinders in onze buik naar het ziekenhuis. Vol vertouwen omdat ze ons elke keer weer liet zien hoe goed ze het deed. De arts vertelde ons dat dit soort kleintjes óf vanaf het begin zwak zijn óf juist enorm sterke vechters blijken. Ze zag in Keet het laatste.

Eigen tempo

En zo kwam het dat wij ons over Keet eigenlijk nooit zorgen maakten. Keet is een sterke. Naar haar keken wij vanaf het begin al met vertrouwen. Teun begon zijn leven letterlijk nogal dwars. Een dwarsligger die uiteindelijk met een ingewikkelde keizersnee gehaald moest worden. Elke keer bevestigde hij het niet-goed-pluis-gevoel van dokter Zuurpruim. Die woorden galmden nog lang na in mijn hoofd. Geheel onterecht, want ondanks die dubieuze scores op de schildklier, de gaten in zijn hart, zijn scheve voet en scheve hoofd, heeft hij nooit ook maar één operatie hoeven ondergaan en geen één extra medicijn hoeven slikken. Alles heeft hij zelf opgelost door gewoon te groeien en alles op zijn eigen tempo te doen.

Doorzetter

Woorden blijven soms plakken. Kunnen een eigen leven gaan leiden en waarheid worden, terwijl ze het niet zijn. Bij ons vechtertje bij wie van alles kwam aanwaaien zagen we een paar jaar geleden een flink staaltje gemakzucht en een behoorlijke dosis onzekerheid. ‘Het is niet echt een doorzetter hè,’ zeiden we tegen elkaar toen ze wat liep te geiten op het voetbalveld. Twee jaar later snapten we niet hoe we dit ooit hadden kunnen denken. Sinds ze het skateboarden had ontdekt, fietste ze elke dag door weer en wind naar het skatepark om uren achter elkaar op een truc te oefenen tot ze hem kan. Sinds ze het skateboarden heeft ontdekt, zien we een ander kind. Iemand die weet wat ze wil, die weet wie ze is en wat doorzetten is. Iemand die nu als enige elf-jarige zelfs in de top 100 van meest veelbelovende jongeren van Nederland staat.

Het niet goed pluis-kindje is inmiddels een hartstikke goed pluis-kleuter. Sommige dingen doet hij iets later dan de rest, andere dingen weer wat sneller. ‘Hij heeft mooie ogen’, ‘hij kan goed buitenspelen’, ‘hij is goed in gym,’ stond er laatst op het complimentenbriefje dat hij in de klas kreeg van zijn mede-kleuters. ‘Hij is goed in gym’. Mijn hart maakt een klein sprongetje. Wat hij ook is, hij is sowieso goed pluis.

Deze column schreef ik voor het congres Adolescenten anno 2016 van SCEM.

Wil je de column liever luisteren dan lezen? Ik heb hem voor je ingesproken. Je hoort hem hier:

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

9 Reacties

  • Reageer Hes 26 november 2015 at 19:32

    Ik denk dat ik de dokter zou meppen als hij het over een ‘niet pluis kindje’ heeft tegen mij.
    (Dat terzijde, fijn dat het goed gaat met je kinderen)

    • Reageer Elsbeth Teeling 30 november 2015 at 15:19

      Haha, ja achteraf heb ik dat ook nog wel eens gedacht. Maar op dat moment ben je natuurlijk met hele andere dingen bezig. Ik heb dit blog trouwens afgelopen donderdag voorgelezen op een congres voor medici. Ik geloof dat de boodschap wel aankwam. Dus misschien draagt het iets bij…

  • Reageer Sandra 26 november 2015 at 19:59

    Wat mooi om te lezen (ik denk dat ik zo ook nog even jouw ingesproken versie beluister). En fijn dat ze allebei inmiddels hartstikke pluis zijn!

    • Reageer Elsbeth Teeling 30 november 2015 at 15:18

      Dank je! Ben benieuwd of je ook nog hebt geluisterd 🙂 En hoe je dat vond!

  • Reageer Sanne de Weger 27 november 2015 at 09:49

    Ontroerend mooi beschreven!

  • Reageer Erika 27 november 2015 at 18:26

    Mooi! Heel herkenbaar, woorden die ‘blijven plakken’. Vaak is tijd en ruimte om te groeien het beste wat je kinderen kan geven.

  • Reageer Ingrid 7 december 2015 at 09:53

    Heel mooi en zo herkenbaar!!! Op het moment dat je hoort dat er “iets niet pluis” is met je kindje, staat je leven even stil totdat je kindje geboren is…. Ze weten het heel goed te vertellen als er iets niet goed is, maar als je dan naar de gevolgen/mogelijkheden vraagt dan kan niemand daar een zinnig antwoord op geven…. Hangt van het kindje af…. Ondertussen zit je zelf in grote onzekerheid en bereid je je voor op het ergste… Je ziet je fijne leventje aan je voorbij gaan, maar toch heb je er werkelijk alles voor over om dat kindje alles te kunnen geven wat het nodig heeft….. Gelukkig valt het achteraf dan allemaal mee…. Dan kun je dubbel en dwars genieten van alle mooie dingen!!!

  • Laat je reactie achter