Leer

4 goeie tips om nog leuker samen te spelen

Inges zoon Quin heeft er nogal een handje van om tijdens speeldates altijd te bepalen wat en waarmee er gespeeld wordt. Iets in haar zegt dat dat óók anders kan. Ze duikt in het boek van Elsbeth ‘Samen spelen, wat nou delen’ en stuit op een aantal bruikbare tips.

Quin is de afgelopen tijd totaal in de ban van graafmachines. De straten voor de deur liggen al weken open en waar iedereen zich groen en geel ergert aan alle wegopbrekingen, bakken zand voor de deur en voortuinen die tot drie keer toe worden opgebroken, heeft Quin de tijd van zijn leven. Hij weet precies welke graafmachines het grootst is, of ze op rupsbanden rijden, hoe de kop beweegt en hoeveel hydraulische cilinders hij heeft. Enfin, Quin ademt graafmachines. En zijn vriendjes? Die moeten daarin mee. ‘Zullen we graafmachientje spelen?’ is zijn standaard openingsvraag. Vaak wordt daar in eerste instantie enthousiast op gereageerd, maar is er na een tijdje de lol wel vanaf. Bij zijn vriendjes dan. En dan ontstaat er bonje.

Verplaats je in een ander

Iets in mij zegt dat Quin toch moet leren om zich meer in anderen te verplaatsen en te checken of zijn vriendjes hetzelfde willen als hij. En zo niet, dán bereid moet zijn iets anders te kiezen om mee te spelen. Ik merk dat ik zijn gedrag behoorlijk bazig vind en eerlijk gezegd vind ik dat niet zo’n fijne eigenschap. Ik pak het boek ‘Samen Spelen, wat nou delen?’ er maar eens bij. Daarin staat dat samen spelen begint bij empathie: het vermogen om je in een ander te verplaatsen en om de gevoelens van een ander te begrijpen. En dat is precies waar het misgaat. Quin kan er met zijn pet niet bij dat anderen niet nét zo enthousiast zijn over graafmachines als hij.

Leg het gedrag van anderen uit

Gelukkig zijn er een aantal manieren om dat inlevingsvermogen een beetje te helpen. Door zélf ook empathisch op je kind te reageren, door af en toe je eigen gevoelens te laten zien (ik vind het ook weleens lastig als iets niet gaat zoals ik wil!) en door gedrag van anderen uit te leggen. Dat papa een beetje kortaf doet omdat hij een drukke dag heeft gehad, dat mama boos wordt omdat ze slecht geslapen heeft, maar ook dat zijn zusje heel blij is omdat ze een nieuwe blokkendoos heeft gekregen. Hoe meer ik Quin laat zien wat er achter het gedrag van anderen zit, hoe beter hij zich in die ander kan verplaatsen. Zo leg ik nu ook uit dat niet iedereen per se heel blij wordt van graafmachines en dat het misschien ook een goed idee is om samen met zijn vriendje iets anders leuks te bedenken. En daar kan ik hem best een handje bij helpen.

Zie ook de positieve kant

In het hoofdstukje ‘zie ook de positieve kant’ lees ik nog iets interessants. Quins bazige gedrag kan door anderen héél anders worden uitgelegd. Zoals bijvoorbeeld: ‘Jee, wat weet die jongen goed wat hij wil! Wat kan hij dat goed duidelijk maken, zeg!’ Zo had ik het nog helemaal niet bekeken. Tuurlijk is het belangrijk om je kind te leren zich in anderen te verplaatsen, zijn zelfvertrouwen te helpen vergroten en hem veerkrachtig te maken als het om spelen met vriendjes gaat, maar wat ik vergat was om te kijken naar wat hij wél goed doet. Zo zijn er wel meer negatieve eigenschappen die heel positief kunnen zijn. Wat dacht je van eigenwijs? Dat is je kind juist heel zelfstandig. Brutaal? Nee, hoor, juist eerlijk! Verlegen? Nee, gewoon bescheiden. Ongeduldig? Ik noem het enthousiast.

Beetje bijsturen mag

Natuurlijk zullen er altijd momenten zijn waarop je een beetje wilt bijsturen. Maar bedenk je dan dat dit vaak beter werkt als je je richt op wat je kind nog moet leren, in plaats van wat hij zou moeten afleren. ‘Wat fijn dat je zo duidelijk weet wat je wil. De andere kinderen hebben ook wensen. Soms is het belangrijk om je flexibel op te stellen. Laten we een oplossing bedenken waar jij én de andere kinderen blij mee zijn,’ klinkt heel anders dan: ‘Kom op, niet zo bazig doen, je kunt nu eenmaal niet altijd je zin hebben.’

Samen somslag_samenspelen_hrpelen, wat nou delen

Deze tips komen uit het boek ‘Samen spelen, wat nou delen’, dat Elsbeth samen met opvoedkundige Eva Bronsveld schreef. Dit boek gaat over de band tussen broers en zussen, over vriendschap, over speelgoed delen en sorry zeggen. Maar ook over zelfvertrouwen, veerkracht, inlevingsvermogen en zelf leren ruzies oplossen. Samen Spelen, wat nou delen kost €17,50 en is te krijgen bij de boekwinkels en ook hier online. 

 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter